
kleur en le corbusier
Als je je ooit verdiept hebt in moderne architectuur heb je je wellicht ook wel eens afgevraagd hoe het komt dat Le Corbusier een periode kende die warmer overkomt dan andere periodes. Het boek De Architectonische Kleur geeft antwoord op deze vraag. De ondertitel van het boek luidt “De polychromie in de puristische architecturr van Le Corbusier”. Dat klinkt bijna als de titel voor een proefschrift, en zo doorwrocht is het verhaal ook, maar het is ook intrigerend en interessant.
Le Corbusier blijkt, samen met de schilder Amédée Ozenfant ook het purisme te hebben bedacht. Ze gingen uit van de aardkleuren, okers, wit, zwart en wat mengkleuren die daarvan afgeleid waren. Warme kleuren vooral. Toen hij gebouwen ging maken die waren gebouwd van gewapend beton liet hij die afwerken met een pleisterlaag die vervolgens in de “puristische” kleuren werd beschilderd. Daardoor hebben die gebouwen ondanks de betonnen basis een warme uitstraling.
Later gaf Le Corbusier de voorkeur aan de kleur van het materiaal, en dan volgen we een geheel andere route. Dit boek vertelt het verhaal van de “warme” Le Corbusier, en dat is zonder meer een boeiend verhaal. Het boek is overigens voorbeeldig uitgegeven door 010, waarbij vooral het subtiele gebruik van de kleuren waar het hier om gaat opvalt – de begin- en eindpagina’s van het boek zijn bijvoorbeeld monochroom in die kleuren gedrukt, terwijl elke pagina een subtiel kleuraccent meekreeg. Klasse!
-
Jan de Heer – De architectonische kleur (De polychromie in de puristsche architectuur van Le Corbusier) – Uitgeverij 010