Steinberg beschouw ik als de grootste kunstenaar van de twintigste eeuw. In deze drie tekeningen van biljarters, te vinden in zijn boek The Passport, is goed te zien waarom. Het scannen van tekeningen gaat nooit zo goed als het scannen van kleurenplaatjes, dus de kwaliteit van de tekeningen zoals je ze hier ziet is niet optimaal. Zo is de lijn in de bovenste tekening die tussen de ballen getekend is, een stippellijn. Toch kun je goed zien hoe goed Steinberg was in de suggestie. Hij suggereert hier niet alleen met enkel de hoogst noodzakelijke lijnen een man, hij suggereert ook een complete biljarttafel, terwijl hij meteen ook laat zien wat de kern van het spel is – je ziet een man die geconcentreerd de baan van de ballen heeft uitgestippeld.

In de andere twee tekeningen wordt het biljartspel op een heel andere manier benaderd, maar de combinatie van deze drie tekeningen laat exact zien wat de aantrekkingskracht van het biljarten is – niet alleen het uitstippelen van een stoot en het met aandacht en geconcentreerd uitvoeren van die stoot, maar ook de sfeer van een goed biljartcafé. Steinberg laat drie manieren zien om naar biljarten te kijken en heeft daarmee alles gezegd.

Kijk bijvoorbeeld ook eens hoe hij met een paar krassen iemand neerzet die tegen een muur staat te leunen.