- herbert distel das schubladenmuseum - het schuiflaadjesmuseum 1970-1979
De Zwitserse kunstenaar Herbert Distel liep aan het eind van de jaren zestig tegen een fourniturenkast aan, een kast met twintig schuifladen met kleine vakjes waarin oorspronkelijk klosjes garen zaten. Hij zag meteen een nieuw leven voor de kast: een minimuseum.
Hij begon met een paar van de grootste kunstenaars van dat moment aan te schrijven met de vraag of ze een kunstwerk wilden maken voor zijn Schubladenmuseum, zijn Museum of Drawers, zijn Schuiflaadjesmuseum. Tot zijn verrassing zei iedereen in die eerste ronde ja.
Elk van de twintig laden bevat vijfentwintig vakjes. In elk van die vijfhonderd vakjes bevindt zich nu een origineel kunstwerk, dat in de meeste gevallen speciaal voor dit museum gemaakt werd. En de kunstenaars die je in dit museum vindt zijn zeker niet de minsten: Marcel Duchamp, Picasso, Andy Warhol, Meret Oppenheim, Gerhard Richter, Joseph Beuys, Man Ray, Kokoschka, Cy Twombly, Kenneth Snelson, Roy Lichtenstein, Markus Raetz, Vasarely, Panamarenko, Oldenburg, Morellet, Marini, Sigmar Polke, Chuck Close, Tom Phillips, Tuttle, Raveel, Nitsch, Pistoletto, Sol LeWitt, Christo en Tingueli zijn maar een paar namen die duidelijk maken dat Distel een schitterende dwarsdoorsnede van de top van de kunstwereld in de jaren zeventig in zijn museum wist te krijgen.
Het verrassendste is dan nog dat vrijwel niemand zich er vanaf heeft gemaakt – het lijkt er zelfs sterk op dat de meeste kunstenaars het bijzonder leuk hebben gevonden speciaal iets te maken voor zo’n piepklein hokje. Je moet dan wel naar de kern van je eigen kunstenaarschap, en de meesten lukt dat wonderbaarlijk goed, en dat maakt het voor de kijker van nu dan ook nog steeds een buitengewoon fascinerend museum.
Het boek dat als catalogus is verschenen is helemaal perfect geworden. De geschiedenis wordt uigebreid beschreven (inclusief het verhaal van de afwijzing van de bijdrage van Salvador Dali), en vervolgens krijg je de laden te zien (zie de foto’s hier rechts) en tenslotte alle kunstwerken, in alfabetische volgorde van kunstenaar.
Het Schubladenmuseum is een kunstwerk op zich, en het is tegelijk ook een bijzondere alternatieve vorm van kunstgeschiedenis. Je krijgt in gecomprimeerde vorm kunst aangeboden van de grootste kunstenaars uit de jaren zeventig en kunt in één oogopslag constateren of hun reputatie verdiend was of niet.
Het is een boek om in te blijven bladeren, want de oplossingen die sommigen voor die zeer beperkte ruimte hebben gevonden zijn zeer intrigerend. Een geweldig idee van Herbert Distel, een uitstekend idee om het Museum of Drawers te restaureren en een nog beter idee om er zo’n voorbeeldig boek van te maken. Perfect!
-
Herbert Distel – Das Schubladenmuseum – The Museum of Drawers 1970-1979 – tweetalig (Engels en Duits) – Scheidegger & Spiess – ISBN 978-3-85881-333-6
Twee van de twintig laden – in de twintigste zijn alle kunstwerken verzameld die electriciteit nodig hebben.
Presentatie van alle kunstwerken, in alfabetische volgorde. Het is opmerkelijk dat iemand als Kenneth Snelson, die torens bouwde van vele meters hoog, ook op de vierkante centimeter een beeld kon neerzetten dat onmiskenbaar Snelson is.
Dit is de bijdrage die Herbert Distel het meest is bijgebleven – De Maan van Joseph Beuys – een teennagel van de kunstenaar…