dekselse spreekwoorden
Kip naast drie eieren.
Spreekwoord: een kip doodt haar eigen kinderen als ze naast de eieren gaat zitten.
Uitleg: de vrouw klaagt omdat haar man lui en egoïstisch is. “Zoals de kip dood je door je luiheid je gezin; als je te lui bent om voor ons te zorgen raak je ons kwijt, want dan gaan we weg.”
Stenen tafel met een bord waarop een kippenkop – eromheen een noot, een openhandvrucht en twee schelpjes.
Spreekwoord: je geeft mij een kippenkop (en dat is het minste deel).
Uitleg: Ik zeg alles (noot), ik heb altijd alles voor je gedaan (openhandvrucht) en nu ben ik kwaad (twee schelpjes) – je bent een vrek.
Kookpot op drie mierenstenen
Spreekwoord: zoals drie stenen de kookpot dragen heb ik recht op kleding, voedsel en sex.
Uitleg: De vrouw klaagt omdat ze iets tekort komt in haar huwelijk.
Schildpad met eromheen een koningstrom, een tweebel, een hakijzer en een bijl.
Spreekwoord: De schildpad draagt zijn huis altijd bij zich.
Uitleg: Het hout van de haksteel kan verrotten, maar het ijzer niet; wat mij is aangedaan vergeet ik nooit. Ik heb al lang iets op mijn hart – weet dat ik van goede afkomst ben (koningstrom en tweebel). Ik ben vrijwillig met je getrouwd en niet gedwongen, zoals je een steel in een bijl kunt dwingen. Je laat me altijd alleen en neemt me nooit mee. Een schildpad neemt toch ook zijn huis mee? Zo kan er niemand anders in wonen. Als het zo doorgaat ga ik me nog eens misdragen.
Moedeloze zittende vrouw met om haar heen een pinda, een noot en twee schelpjes.
Spreekwoord: Ik heb geen stoel meer om op te zitten.
Uitleg: Ik ben kwaad, dat zal ik je vertellen; vroeger was ik rijk, nu niet meer. Weet je niet wie de belangrijkste is, de man of de vrouw?
Waarzegger met een fetisjmand met eromheen (kloksgewijs) een pinda, de maan, de zon, een zeeschelp, een openhandvrucht, een oude pijp, een nieuwe pijp en een huwelijksfetisj.
Spreekwoord: Was ik maar vóór ons huwelijk naar de waarzegger geweest.
Uitleg: Was ik maar naar de waarzegger geweest , dan zou ik zeker niet met jou getrouwd zijn. Nu zijn we getrouwd en voel ik me gedwongen mijn grieven uit te spreken (zeeschelp) – ik heb alles aan jou gegeven: sex (openhandvrucht) en kinderen (pinda), en nu wil je me verstoten omdat ik oud ben (oude pijp) en een jonge vrouw trouwen (nieuwe pijp). Dat gaat zo maar niet, want wie is de sterkste, niet jij (zon), maar ik (maan), vanwege mijn kinderen.
De Fioten in Angola hadden een opmerkelijke manier om met elkaar te communiceren als er een huwelijksprobleem was. De vrouw plaatste dan een toepasselijk deksel op het maaltijdpotje van haar man. Op dat deksel was een spreekwoord verbeeld dat bedoeld was om een gevoelig onderwerp aan te kaarten. Omdat de mannen altijd gezamenlijk aten werd het probleem onmiddellijk door de hele gemeenschap opgepikt en bespreekbaar gemaakt. Een Hollandse pater raakte gefascineerd door de deksels en begon ze te verzamelen. De manier waarop hij deksels wist te bemachtigen is soms tenenkrommend (er werd bijvoorbeeld een medaille in ruil gegeven), maar de verzameling die uiteindelijk in het Afrika Museum in Berg en Dal terechtkwam is er niet minder mooi om. De deksels zijn vaak bijzonder mooi, ook als je de betekenis niet zou weten. We laten er hier een paar zien, met wat basisinformatie.