Banksy kenden we al, de straatkunstenaar die er zo’n beetje in zijn eentje voor zorgde dat de straat, na de graffitirage, nu ook als kunstomgeving serieus genomen kan worden. Bovendien is het een verademing dat kunst die op deze manier ontstaat het vaak ook van de humor moet hebben, terwijl er meestal wel degelijk een serieuze ondertoon in zit.

Urban Interventions geeft een mooi overzicht van de nieuwe golf straatkunst die is ontstaan na graffiti en de straatkunst van Banksy en consorten. Er wordt nu op nog veel meer en veel inventievere manieren in de publieke ruimte ingegrepen als ooit tevoren, en als je het boek doorbladert gaan je handen bijna jeuken, want soms is de neiging om zelf meteen op pad te gaan bijna onbedwingbaar.

Maar het boek is vooral een geweldige eye-opener, en zorgt ervoor dat je, als je in de stad loopt, anders om je heen gaat kijken, want soms is een kleine ingreep al voldoende om de zaak volledig op de kop te zetten. Een mooi voorbeeld zie je hiernaast – de zebra die een klein beetje is bijgewerkt en zo is omgebouwd tot een enorme voetstap. Het is nog steeds effectief een zebra, maar hij zal inmiddels ook een heleboel mensen een goed humeur hebben bezorgd, en wat mij betreft heb je dan als kunstenaar wel ongeveer het hoogste bereikt.

Kleine toevoegingen zijn ook mooi, zoals een stekker die de middenlijn van een weg tot een electriteitskabel maakt of een kleine schildering die een stippellijn omtovert tot een rits. Maar ook een kunstenaar die het voor elkaar krijgt de onzichtbare electriciteitskastjes die je overal in de stad kunt tegenkomen maar waar iedereen overheen kijkt weer zichtbaar te maken door er miniflats van te maken vind ik een klein genie. Het zijn schijnbaar simpele ingrepen in het stadsbeeld, maar ze maken de saaie hoekjes van de stad ineens weer leuk, en dat is bijzonderder dan je je wellicht realiseert.

Je vindt in dit boek ook veel doordenkertjes, teksten of andersoortige toevoegingen en ingrepen die weliswaar humoristisch bedoeld zijn, maar die ook maatschappijkritisch en soms ronduit anarchistisch van strekking zijn. Ballonnen die aan een touwtje precies voor bewakingscamera’s zweven, prikkelende teksten, complete performances, enzovoorts. Voldoende om je aan het denken te zetten en te houden. Persoonlijk vind ik de interventies die beeldend sterk zijn en die je tegelijkertijd aan het denken zetten het sterkste.

Een verrukkelijk boek, een catalogus bij een levende, continu veranderende tentoonstelling.

• Urban Interventions – Personal Projects in Public Spaces – edited by Robert Klanten and Matthias Hübner – Gestalten – ISBN 978-3-89955-291-1