Verf is de titel van een bijzonder boek over kunst. Hans den Hartog Jager ging met een aantal hedendaagse Nederlandse kunstenaars in gesprek over hun manier van schilderen. Dan gaat het inderdaad, zoals de titel aal aangeeft, regelmatig over verf, maar ook over het gebruik van paletmes en kwast, de techniek van het schilderen, en dan toch uiteindelijk, vrij indirect, vooral over de kern van het scheppingsproces – waarom schilder je zoals je schildert? Wat wil je bereiken, waar gaat het je als kunstenaar precies om?

De interviews zijn stuk voor stuk boeiend om te lezen, ook doordat de schrijver de weerzin laat zien waarmee door sommige kunstenaars over dat soort zaken gepraat wordt. Maar Armando gaat dan toch uitleggen wat voor zand hij door zijn zwarten mengt en waarom hij dat doet, en Co Westerik weet precies uit te leggen waarom hij maar vier schilderijen per jaar maakt, en waarom hij zoveel lagen over elkaar aanbrengt, en raakt daarmee ook de hang naar perfectie, die ook Armando, die één schilderij per dag maakt, heeft.

Soms wordt er ook wat gegêneerd uitgelegd hoe een schilderij tot stand is gekomen. Marlene Dumas raakte bijvoorbeeld geïnspireerd doordat Gerhard Richter in een van zijn boeken ook de foto’s laat zien waar de schilderijen naar gemaakt zijn. Dumas neemt dan een van die foto’s om er haar eigen, vrouwelijke interpretatie van te geven, waardoor er ineens meerdere schilderijen bestaan die dezelfde foto als uitgangspunt genomen hebben. En ook dat is fascinerend.

Er zijn in het boek ook voorbeelden opgenomen van het werk van de verschillende kunstenaars, en ook daaruit blijkt vooral dat ze vooral één ding gemeen hebben – een enorme passie voor het schilderen. Het aardige van het boek is, dat je er door die interviews ook achter komt dat er niet één weg is naar een goed eindresultaat – iedereen doet het anders, maar iedereen blijkt er over te hebben nagedacht en bewust keuzes te maken, ook degenen die in eerste instantie beweren dat ze maar wat doen. Doordat De Hartog Jager op de goede manier doorvraagt blijkt steeds weer dat een goede kunstenaar verrekte goed weet waar hij mee bezig is. En de voor elke kunststudent opwekkende conclusie is dat er vele wegen leiden tot Rome. De kracht van het boek is dat uit de interviews blijkt dat al die kunstenaars gedreven met hun vak bezig zijn, en dat techniek en ideeën onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Voor een gemiddelde kunstliefhebber is dit al een buitengewoon fascinerend boek om te lezen, maar voor elke kunststudent is het absoluut verplichte kost – inzicht gevend en vooral erg inspirerend.

• Hans den Hartog Jager – Verf – Hedendaagse Nedserlandse schilders over hun werk – Armando, Rob Birza, Constant, Marlene Dumas, Ger van Elk, Daan van Golden, Rob van Koningsbruggen, Lucassen, Marc Mulders, Michael Raedecker, Charlotte Schleiffert, Emo Verkerk, Co Westerik en Robert Zandvliet – Uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep – ISBN 90 253 2259 x /NUR 646