In de zomer van 1971 werd de bluegrasswereld verrast door de komst van de Japanse bluegrassband The Bluegrass 45, die bijvoorbeeld ook Take 5 van jazzpianist Dave Brubeck speelden. Vooral de mandolinespeler van de band maakte een enorme indruk. We zijn nu veertig jaar later, en diezelfde mandolinespeler speelt nog steeds met dezelfde passie. Akira Otsuko laat op zijn eerste soloalbum First Tear horen dat hij bovendien prachtige composities schrijft, een fraaie hand van arrangeren heeft en dat hij de bluegrass, waarschijnlijk toch door zijn Japanse achtergrond, een elegante oosterse touch meegeeft waar je nauwelijks de vinger op kunt leggen, maar die het wel extra speciaal maakt allemaal.

Het is geen totaal instrumentaal album geworden, dankzij een paar voortreffelijke gasten als Chris Stifel, die hier Touch of Time zingt, en Rick Watson en Josh Otsuko. Verder horen we onder meer Mike Munford op banjo, Ricky Simpkins en Phil Bloch op fiddle, Kenny Smith, Al Petteway, David Grier en niemand minder dan Tony Rice op gitaar. Bluegrass, swing, jazz, Otsuka draait nergens zijn hand voor om, speelt altijd met passie, helder en swingend. Een heerlijk album dat de grenzen van de bluegrass subtiel een beetje oprekt.

akira otsuko

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.