Bluegrass zit niet zo vast op de traditie als we geneigd zijn te denken. Vader en zoon Rosenthal bewijzen dat weer eens. Phil, de vader, speelt banjo, en is bekend van zijn werk als zanger/gitarist met de bluegrassband Seldom Scene, zoon Daniel begon in de folkband van zijn ouders, maar ontwikkelde zich tot een gerenommeerd jazztrompettist. Ze besloten samen wat te doen, omdat het metalen geluid van banjo en trompet wonderbaarlijk goed bij elkaar bleek te passen.

En dan hoor je ineens allerlei bluegrasstraditionals als Pretty Polly langskomen of I’ll Fly Away, waarin banjo, trompet en de warme bariton van Phil een volkomen natuurlijk huwelijk aangaan. Moet je dit dan een nieuwe naam geven? Jazzgrass? Haha. Nee, natuurlijk niet, dit is gewoon bluegrass volgens de Rosenthals, en dat is gewoon verrassend leuk. Beth en Naomi Sommers (Phil’s echtgenote en dochter) zingen harmony vocals, Will Graefe speelt elektrische en akoestische gitaren, Mike Connors drumt en Rick Stone speelt altsax, en Daniel maakte meestal de arrangementen.

Een groot deel van de nummers werd door Phil en Daniel zelf geschreven, en als je geblinddoekt moest zeggen welke nummers traditionals en welke originals waren zou je het nog moeilijk krijgen, want de heren schreven (in één geval samen met Naomi Sommers) een aantal ijzersterke liedjes. Niet bepaald een doorsnee bluegrass-album dus, maar wel bijzonder leuk.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.