Het gaat met bluegrass een beetje zoals het in de jaren zestig met country ging, toen groepen als The Byrds en The Flying Burrito Brothers het genre naar hun hand zetten, waarna er een complete opleving kwam van rock-geöriënteerde country. Bluegrass is voor de nietpuristen onder ons op dit moment zeker zo interessant, zoals we aan de hand van deze nieuwe lichting bluegrass-cd’s kunnen aantonen. We nemen het genre daarbij zeer ruim, want voor sommigen zal bijvoorbeeld een band als Acoustic Syndicate muziek maken die buiten het genre valt, terwijl het daar wat ons betreft qua sfeer zeker thuishoort.

Wij hebben altijd al een zwak gehad voor groepen waarbij je kunt horen dat er met buitengewoon veel plezier samen muziek gemaakt wordt. Dat is in ieder geval een overeenkomst van alle hier genoemde bands – het speelplezier spat de boxen uit, en dat werkt erg aanstekelijk voor je goede humeur. De cd’s die we hier noemen zijn dan ook allemaal aanraders.

Hit & Run Bluegrass – Beauty Fades

Twee dames en drie heren die minder punkerig klinken dan hun groepsnaam suggereert. Toch wordt hier buitengewoon energieke bluegrass gespeeld, met afwisselend de dames en een van de heren die zingen. Dat doen ze allemaal zeer voortreffelijk, en dat geldt ook voor de samenzang. Een groot deel van de liedjes hebben de groepsleden zelf geschreven, en het levert een cd op die gewoon lekker is. Heerlijke ouderwetse bluegrass met een lichtmodern tintje.

David Peterson & 1946 – The Howling Blue Winds

David Peterson laat duidelijk horen dat zijn inspiratie bij de klassieke bluegrassmannen ligt. Hij zingt fantastisch, speelt geweldig gitaar en heeft een topband om zich heen verzameld, met onder meer Mike Compton op mandoline en Stuart Duncan op fiddle. Er wordt met grote inzet gespeeld, en er wordt ook fantastisch samengespeeld, waardoor er iets magisch gebeurt – elk nummer lijkt te stralen. De echo van Bill Monroe en de Stanley Brothers is hoorbaar, maar Peterson heeft ook zijn eigen geluid, dat niets afdoet aan de essentie van deze krachtige bluegrass. Magnifiek.

Split Lip Rayfield – Should Have Seen It Coming

Split Lip Rayfield is een zeer energiek kwartet dat al zijn nummers zelf schrijft. Ze hebben een over-the-top tongue-in-cheek aanpak waardoor het allemaal nog leuker wordt. De manier van zingen is af en toe merkwaardig, maar steeds zeer energiek. En als je eindigt met een nummer dat “Just Like A Gillian Welch Song” heet kun je bij ons al niet meer stuk. Een heerlijke cd waar wij hier altijd behoorlijk opgewekt van worden.

Chris Stuart & Backcountry – Mojave River

Chris Stuart maakte al eerder indruk met Saints and Sinners, en zijn nieuwe cd is misschien nog wel beter. Ook hier gaat het om een kwartet, waarbij we zeker Janet Beazley even moeten noemen, omdat ze ook een paar keer prachtig de leadvocals voor haar rekening neemt, naast haar fantastische banjospel. Ivan Rosenberg is overigens ook heel goed, op resonator gitaar en clawhammer banjo, en hij heeft bovendien ook, net als Beazley en Stuart, een paar nummers geschreven. Nou vooruit, dan noemen we nummer vier ook. Mason Tuttle op bas, tweede stem, mandoline en (op een nummer) lead gitaar. Zeer prima plaat.

Acoustic Syndicate – Long Way Round

Als laatste weer de vreemde eend in de bijt. Deze band klinkt regelmatig als een bluegrassband, maar op andere momenten, als de blazers erbij komen bijvoorbeeld, heb je het gevoel naar een vreemde fusionband te luisteren, die jazz, bluegrass en country mixt en daar iets geheel eigens van maakt. Vooral de zang doet toch vaak aan bluegrass denken, vandaar hun plaats in dit rijtje. De groepsnaam is wat misleidend, zeker als het laatste nummer afsluit met een scheurende elektrische gitaarsolo, maar dat mag de pret zeker niet drukken. Er spelen drie McMurrys in deze band, waarvan er twee (Steve en Bryan) tekenen voor de voortreffelijke songs. Zingen doen ze alledrie, en het is duidelijk dat ze dat al vaker gedaan hebben. Aanstekelijke muziek, en na een uur heb je het gevoel dat ze nog wel een uur hadden kunnen vullen.