Sinds het grote succes van Alison Krauss en haar band Union Station komen er steeds meer bluegrassdames in de schijnwerpers te staan. We bespreken vier recente cd’s van zeer jonge tot behoorlijk oude artiesten. De jongste is veertien, de oudste dik in de tachtig.

Tatiana Hargreaves – Started Out To Ramble

Tatiana Hargreaves is veertien, en ze speelt banjo en viool en zingt daarnaast. Als je zonder dat te weten haar debuutplaat opzet word je volledig weggeblazen en springen de tranen je in de ogen van de pure kracht van deze muziek. Traditionals voor het grootste deel, maar het wordt hier gebracht door een meid die er met al haar energie en passie tegenaan gaat, waardoor de nummers levender dan ooit klinken. Bruce Molsky produceerde het album en speelt op een paar nummers mee. Haar broer Alex speelt mee, en samen met celliste Emma Beaton en mandolinespeler Sarah Jarosz zingt ze ook nog een bloedstollend mooi stukje acapella. Schitterend.

Angelica Grim – Look For Me

Het aanstekelijke titelnummer schreef ze zelf, verder zingt Angelica Grim vooral traditionals of klassiekers van Townes van Zandt, Johnny Cash of Hazel Dickens, maar weet ze ook The Letter van de Box Tops om te bouwen tot een perfect bluegrassnummer. Ze zingt prima, met een lekker stevig stuwende band achter zich, met onder meer bekende namen als Mike Auldridge (dobro), Bill Emerson (banjo), Michael Cleveland (fiddle) en Frank Solivan (mandoline). Het swingt stevig, waarbij vooral het virtuoze vioolspel opvalt.

Amy Gallatin & Stillwaters – Phoenix

Amy Gallatin lijkt met haar aanpak nog het meest op Alison Krauss, met een sterke mannelijke zanger als sidekick – Roger Williams klinkt soms een beetje als een jonge Roger Miller, en dat is zeker als compliment bedoeld. Het is allemaal wat minder subtiel en ingetogen als bij Krauss,maar als je van een lekker stevige bluegrassmix houdt is dit een absolute aanrader te noemen. De band is prima, en vooral ook geïnspireerd en goed in vorm bezig. Een zeer lekker plaatje.

The Stonemans – Patsy, Donna & Roni

The Stonemans komen uit een legendarische country- en bluegrassfamilie. Ernest “Pop” Stoneman was de vader van Patsy, Donna en Roni, die alledrie op ruim een halve eeuw ervaring mogen bogen. Helaas zijn de drie dames niet altijd best meer bij stem. Geheel toonvast is het allemaal niet meer, zeggen we dan eufemistisch. Toch is deze cd als historisch document nog niet zo gek, want er wordt een manier van zingen en spelen vastgelegd die eigenlijk zo goed als verdwenen is. Donna Stoneman speelt bovendien nog steeds prima mandoline, en de band houdt de dames aardig in het goede spoor. De instrumentals klinken in ieder geval fantastisch, en dat ze heel af en toe een beetje ontsporen als het op zingen aan komt is eigenlijk niet echt storend.