Andrew Cronshaw maakt muziek die je het beste kunt omschrijven als wereldfusie, al is dat begrip dan weer zo vaag dat je daar niet veel verder mee komt. Op het eerste gehoor klinkt het allemaal wat new-agerig, als muziek die bedoeld is om bij te mediteren. Toch gaat de muziek als achtergrondmuziek al snel irriteren. De muziek van Cronshaw blijkt duidelijk wat meer aandacht te behoeven.

Op zijn laatste cd, Ochre, hoor je zeven traditionele Engelse liedjes die vrijwel onherkenbaar worden uitgevoerd op on-Engelse instrumenten als de oud, de qanun, fluiten uit alle windstreken en bijvoorbeeld ook de citer, een instrument dat we tot nu toe vooral associeerden met derderangs zigeunerorkestjes. Als zangeres horen we bovendien de zeer Arabisch klinkende Natacha Atlas op een aantal nummers. De achterliggende gedachte is dat veel traditionele Engelse liedjes ook iets universeels hebben. Met zijn aanpak bewijst Cronshaw dat buitengewoon overtuigend. Het tempo ligt laag, hij neemt uitgebreid de tijd voor het ontvouwen van zijn muziek. Dat betekent dat je als luisteraar ook de tijd moet nemen. Als je dat doet word je ruim beloond, want de muziek van Cronshaw gaat behoorlijk diep. De aanpak is bovendien op een plezierige manier jazzy, zwierig, flexibel. En spannend, omdat er nooit en nergens op de automatische piloot gespeeld wordt.

De vorige cd heet On The Shoulders Of The Great Bear. De basis is hier muziek van rond de poolcirkel, waar Cronshaw dankzij zijn jazzy aanpak universele wereldmuziek van weet te maken die blijft boeien. Soms lijkt het zelfs of er free jazz gespeeld wordt, terwijl op andere momenten het Keltische folkgevoel overheerst, terwijl het toch ook allemaal onnavolgbaar Fins blijft klinken. Heel bijzondere muziek dus, en als je er de tijd voor wilt nemen, zeer bevredigend.

  • Andrew Cronshaw – Ochre – Cloud Valley Music CV2008
  • Andrew Cronshaw – On the shoulders of the great bear – Cloud Valley Music CV2007