Copernicus klinkt als een kruising tussen Johnny de Selfkicker en Captain Beefheart, waarbij je aan dezelfde soort van stugge complexiteit moet denken. Bij Copernicus gaat het vooral om de teksten, die parlando gebracht worden, waarbij de band vrij associatief en op het eerste gehoor enigszins rommelig een muzikaal tapijt weeft waarop die tekstvoordracht goed tot zijn recht komt. Het levert merkwaardige en unieke muziek op die volkomen los van Beefheart goed overeind blijft. Hoe je deze mengeling van beatpoetry, free jazz en jazzrock zou moeten noemen weet ik niet, want avantgarde is hier een te vaag begrip. Het zijn in ieder geval teksten en muziek voor iedereen die genoeg heeft van luchtige popdeuntjes en die er wel eens echt voor wil gaan zitten. Want met een beetje aandacht blijken de muzikanten toch dingen te doen die weliswaar onnavolgbaar zijn, maar tegelijk ook heel spannend en verrassend. En als je ervoor open staat blijkt stugge complexiteit helemaal niet zo ontoegankelijk als je misschien zou denken. Disappearance is een fascinerend album, laat dat duidelijk zijn. Drie fragmenten om je een idee te geven.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.