Django Reinhardt was, naast Robert Johnson en Jimi Hendrix, misschien wel de invloedrijkste gitarist ooit. Zijn speciale vorm van gypsy swing, manouche of “hot club” muziek blijft gitaristen en andere musici inspireren. Velen weten het virtuositeitsniveau van Django zelfs te halen en soms zelfs te evenaren (al mag je dat van de adepten nooit hardop zeggen) maar de sfeer en de melancholie van Django pakken, dat is maar weinigen gegeven, en dat betekent dat je de kern van zijn muziek zelden echt goed terughoort bij zijn volgelingen. Op Generation Django vind je heel wat virtuoze gitaristen die op een soms adembenemende manier proberen de geest van Django te vangen. Dat lukt feitelijk nog het best als ze de erfenis van Django loslaten en vooral in de geest van de grote man proberen te spelen. Daar zijn gelukkig veel voorbeelden van te vinden op deze dubbel-cd, die vooral met instrumentale nummers gevuld is. We laten hier twee fragmenten horen, de eerste is Les Yeux Noirs, met de gitaristen Biréli Lagrène, Holzmano Lagrène, Stochelo Rosenberg, Thomas Dutronc en Hono Winterstein. De kenners zitten nu al handenwrijvend klaar, want zulke topcombinaties hoor je zelden. Het tweede fragment komt uit een van weinige gezongen nummers, La Cigale et la Fourmi, en daarin horen we Sanseverino, met Hono Winterstein op gitaar, Diego Imbert op bas en Florin Niculescu op viool.

Verder zijn er nog veel meer grote namen te horen, zoals Richard Galliano op accordeon, zanger Henri Salvador, violist Stéphane Grapelli en nog een aantal grote gitaristen als Philip Catherine, en een paar Reinhardts: Babik en David. Django zelf horen we in één nummer, Blues Clair. Voor iedere Django-liefhebber is dit een dubbelalbum om je vingers bij af te likken, want dat de muziek van Django Reinhardt nog springlevend is wordt hier wel overtuigend bewezen.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.