Het Groninger avantgardefestival De Drie Dagen begon dit jaar goed, en ook de tweede dag leverde weer twee fantastische concerten op van twee totaal verschillende bands.

Gut 3 was een gelegenheidsband van drie virtuoze improvisatoren. Vocalist Han Buhrs had al eerder met de beide andere musici gespeeld, maar drummer Alan Purves en trombonist Johannes Bauer schudden elkaar een uur voor het concert voor het eerst de hand. Dat was voor het publiek overigens niet te merken, want deze drie speelden een uur lang op het allerscherpst van de snede. Hans Buhrs noemde ik “vocalist”, want een andere omschrijving zou hem geen recht doen. Een gewone zanger is hij absoluut niet, en voor een zingzeggende dichter heeft hij ook te veel in zijn mars. Buhrs speelt niet alleen met taal (zijn gedichten/liederen/tekstflarden zijn intrigerend en vaak heel grappig), maar ook met geluid en de grenzen van muziek. Hij vervormt zijn stem soms, kan schreeuwen en grommen, maar ook fluisterzacht met de trombone een duet aangaan.

Trombonist Johannes Bauer speelt onmiddellijk in op alles wat Buhrs en Purves doen en laat zijn trombone alles doen wat dat instrument kan, en soms wat meer. Ook hij kan fluisterzacht spelen en loeihard, maar steeds in samenspel met de andere twee.

Drummer Alan Purves tensoltte is een geval apart. Geen gewoon drumstel, maar drie tafels met de meest uiteenlopende muziekinstrumenten, speelgoedbeesten en percussie, en als het moet zet hij zijn stem er ook nog bij in. Dat leverde soms hilarische taferelen op. Op een bepaald moment had hij in ieder neusgat een fluit, in zijn mond nog twee, onder zijn armen twee speelgoedknijpbeesten, in zijn handen percussie en onder iedere voet percussie. Het zag er volstrekt idioot uit, maar het klonk ook nog eens geweldig, terwijl hij ondertussen de andere twee geen moment uit het oog verloor.

Dat leverde dus een zeer ongewoon en buitengewoon spannend, en vooral ook erg grappig uur muziek op, die eigenlijk nergens is onder te brengen. Humoristische avantgardejazz zou je het kunnen noemen, en dat dekt de lading dan maar voor een deel. De drie heren lieten in ieder geval zien dat er om serieuze moderne muziek ook gelachen mag worden. Heerlijk.

Oh, en wat “Gut” betekent in het Nederlands kun je zelf wel bedenken, in het Duits van de trombonist betekent het “goed” en in het Schots van de drummer “lef”.

gut 3

Nik Bärtsch Ronin, een vijfkoppige band uit Zwitserland speelde na de pauze. Nik Bärtsch, de bandleider, speelt op een vrij onconventionele manier piano, er is een elektrische bassist, een fabelachtig goede drummer, een zeer goede percussionist en een klarinettist die basklarinet en contrabasklarinet speelt, en af en toe sax. Hypnotiserende elektrische minimal music is de basis van de muziek die deze band maakt, maar erg minimaal is het niet echt. Er wordt bijzonder krachtig en stevig funky gespeeld, en er wordt regelmatig naar een stevige climax toegewerkt. Toch kan ik me voorstellen dat je als luisteraar in een trance kunt raken bij deze muziek, mede doordat de band zeer goed op elaar is ingespeeld – ze produceren een uitermate hecht geluid waar je je helemaal op mee kunt laten varen. Ga in de groove hangen en je kunt hier uren achter elkaar naar luisteren.
De band zette hier een fantastische set neer waarmee de Drie Dagen een mooie uitgebalanceerde en gevarieerde avond rijker was.

Na afloop zagen we overigens drummer Alan Purves de twee slagwerkers van Ronin uitleggen hoe je de “bones” moet bespelen – als je de gretigheid zag waarmee die twee aan Purves’ lippen hingen weet je meteen dat een festival als dit niet alleen voor het publiek, maar ook voor de deelnemende musici een feest is.