Het Groninger avantgardefestival De Drie Dagen, dat dit jaar voor de achttiende keer georganiseerd werd, begon dit jaar goed, en ook de tweede dag was avontuurlijk als altijd. Het festival sloot af met Electric Barbarian en Wumm! Zack!

de deejays, bart maris en floris vermeuelen van electric barbarian

Electric Barbarian is de band van bassist en componist Floris Vermeulen, die dit keer met een verrassende bezetting aantrad – Bart Maris op trompet en electronica, twee dj’s, de een voor de teksten van Langston Hughes en de tweede voor de ritmes en beats, en strijkkwartet Kaas. Een bijzondere combinatie, die geweldig uitpakte. Het programma heette Electric Barbarian & The Ghost of Langston Hughes. Hughes was een New Yorkse beat poet waar vrij veel geluidsopnames van bewaard zijn gebleven. Er is ook wel vaker geprobeerd de gedreven, ritmische voordracht van zijn eigen gedichten met jazz te combineren. Hier hoorde je vooral flarden van zijn teksten, maar de toon werd er mooi door gezet. De strijkers speelden vooral uitgeschreven partijen, maar zochten ook regelmatig het avontuur en de improvisatie op, wat bijzonder spannende muziek opleverde, met name in combinatie met de trompet van Bart Maris, een Belgische trompettist met een volstrekt eigen geluid. Vermeulen was niet alleen de componist, maar duidelijk ook de stuwende, dirigerende factor van het geheel. Mooi.

bart maris, floris vermeuelen en het kaas kwartet

Max Nagl Wumm! Zack! werd aangekondigd als lederhosenjazz uit Wenen. Van de vier heren die op het podium verschenen hadden er twee een korte broek aan (drummer en bassist) en waren de andere twee keurige brildragers, maar er werd een spetterende set gespeeld, met een glansrol voor de drummer, die buitengewoon strak en spannend speelde, en die het voor elkaar kreeg binnen één nummer wel twintig keer van tempo te wisselen zonder dat het rommelig of ongestructureerd ging klinken. De twee saxofonisten schakelden moeiteloos over van lyrische melodieuze melancholiek naar strakke afgemeten stukken om vervolgens volledig uit de bocht te vliegen en daarna weer perfect unisono te eindigen. Muziek om op het puntje van je stoel van te genieten.
Het werd op het eind nog even heel speciaal toen Bart Maris voor de laatste twee nummers met zijn trompet aanschoof en er bovendien een tubaspeler bijkwam. Toen werd het allemaal echt lyrische, melancholieke fanfare op zijn best. Maar dan wel fanfare met een ruw randje en een paar prachtige improvisaties en vreemde bochten. Dit onverwachte samenwerkingsverband leverde zo een sublieme afsluiting op van een zeer geslaagd festival.

max nagl wumm! zack!