Het beste muziekprogramma dat ik ooit op televisie heb gezien heette The Transatlantic Sessions en was een productie van BBC Scotland. Het gaat om zeven televisieafleveringen van een half uur. Ik nam ze toendertijd van de BBC op, en het is de videoband die ik het vaakst gedraaid heb, al was de geluids- en beeldkwaliteit op het laatst echt beneden aanvaardbaar peil.
Daarom was ik zeer aangenaam verrast toen de hele eerste serie op dvd verkrijgbaar bleek, zelfs met de belofte dat er afleveringen op zouden staan die nooit eerder waren uitgezonden. Die belofte kan helaas niet worden waargemaakt, want er staan gewoon keurig alle zeven afleveringen op die de BBC toendertijd uitzond. Wel is als extraatje de documentaire toegevoegd die is gemaakt over de onwaarschijnlijke vriendschap tussen de Amerikaanse countryvedette Kathy Mattea en de Schotse bard Dougie MacLean. De kwaliteit van de dvd’s is redelijk tot goed, zeker wat betreft de geluidskwaliteit. Het beeldmateriaal vertoont een paar kleine haperingen, maar dat valt in het niet bij het genot om deze schitterende muzieksessies eindelijk in volle glorie terug te kunnen zien.

De serie blijkt nog net zo sterk als toen. Dat betekent bijvoorbeeld dat Anna en Kate McGarrigle op hun allerbest zijn, en behoorlijk veel beter dan op hun eigen dvd The McGarrigle Hour. Rufus Wainwright figureert als jong jochie, maar is al nadrukkelijk aanwezig. Dat geldt ook voor een piepjonge Martyn Bennett (helaas inmiddels te jong overleden) die we hier vrij traditioneel bezig horen. Verder blijft het een absolute topserie. Een gouden formule waarin iedereen even geïnspireerd lijkt te spelen. Kijk maar eens naar het ongehoord spannende duet van John Martyn en Kathy Mattea, of de definitieve versie van Hard Times in een sterbezetting. Een absolute klassieker. De dvd is onder meer via Marktplaats te vinden, al gaat het helaas om illegale kopieën, want op de een of andere manier is het met de rechten nooit goed geregeld, waardoor de serie nooit officieel op dvd is uitgebracht.

Voor de tweede reeks, die in 1998 werd opgenomen, waren de rechten maar gedeeltelijk geregeld, waardoor er wel cd’s uitkwamen met de muziek, maar de beelden waren helaas nooit te zien, behalve in Schotland. Pas in 2008 kun je, ook weer illegaal, dvd’s vinden met die zes sessies, en ook dit keer is het zeer de moeite waard. Het geheim van de serie is de combinatie van Schotse, Ierse en Engelse muzikanten met Amerikanen, en de wisselwerking die er dan ontstaat. Dat levert ook in de tweede serie weer een aantal onvervalste kippenvelmomenten op, bijvoorbeeld als Maura O’Connell met Nanci Griffith Trouble In The Fields zingt, of als Nanci Griffith in haar eentje acapella Road to Aberdeen zingt. En dan is er ook weer de onnavolgbare John Martyn, die dit keer het onvergetelijke He Got All The Whiskey samen met Eddi Reader zingt, waarbij Reader hem op een zelfde scattende jazzmanier bijstaat. Fenomenaal.

In de tweede en derde serie zijn Aly Bain en Jerry Douglas de musical directors.
Je hebt dan de beste Schotse fiddler en een virtuoze dobrospeler, dus twee absolute topmuzikanten, en dat merk je dan ook verder, want er wordt continu op zeer hoog niveau gemusiceerd, waarbij er ook steeds voor gezorgd is dat er verrassende combinaties gemaakt werden. In de vaste basisband vinden we naast Douglas en Bain ook bassist Danny Thompson en gitarist Russ Barenberg, en die zorgen samen voor een geweldige basis. Naast Maura O’Connell, John Martyn en Nanci Griffith zien we in de tweede serie voor het eerst ook Paul Brady, een fenomenale liedjesschrijver die op zijn cd’s nooit goed tot zijn recht komt, maar hier live des te beter. Verder Michael Doucet, een van de allerbeste cajunfiddlers en -zangers, Rosanne Cash, Sharon White en Ricky Scaggs als vertegenwoordigers van de echte Amerikaanse country, singer/songwriters Radney Foster en James Grant, keltische grand lady Karen Matheson, en nog veel meer. Zeven keer een half uur, live in een grote huiskamer, en je gaat van het ene hoogtepunt naar het andere.

Highland Sessions
Karen Matheson komen we ook tegen op de serie die de formule van de Transatlantic Sessions ongegeneerd gejat heeft. De Highland Sessions zijn ook opgenomen in een landhuis, en er zijn ook ongebruikelijke combinaties van muzikanten gemaakt, maar het resultaat is ronduit teleurstellend. De “musical director” is hier een Australische Schot die naar zijn wortels teruggekeerd is en die nog traditioneler lijkt te denken dan de Schotse en Ierse muzikanten die uitgenodigd zijn. Dat betekent dat muzikaal avontuur in de Highland Sessions ver te zoeken is, maar dat er wel op hoog niveau traditionele Schotse en Ierse muziek gespeeld wordt. Dat is natuurlijk op zich ook wat waard, maar je zit hier niet, zoals bij de Transatlantische Sessies, voortdurend op het puntje van je stoel.

Nog meer bewondering dus voor de open geest waarmee Aly Bain en Jerry Douglas topmuzikanten uit zeer verschillende werelden bij elkaar wisten te brengen, waardoor er op een magische manier vonken gingen overspringen. En zo blijven de Transatlantic Sessions, al drie seizoenen lang, absoluut het beste wat er op muzikaal gebied op televisie te vinden was.