De Schotse fiddler Aly Bain bedacht een aantal jaren geleden dat het wel eens interessant zou kunnen zijn om Ierse en Schotse muzikanten samen met Amerikaanse collega’s muziek te laten maken. Er werd een groot huis geregeld, de Amerikaanse fiddler Jay Ungar werd voor deze inmiddels legendarische eerste sessie de andere “musical director”, er werden muzikanten uitgenodigd die weer andere muzikanten konden uitnodigen, waardoor er een buitengewoon gevarieerd gezelschap samen muziek ging maken, zonder publiek, gewoon samen. Het leverde een unieke en legendarische serie televisieprogramma’s op onder de titel Transatlantic Sessions.

Dat eerste seizoen was meteen al legendarisch, omdat we bijvoorbeeld Kate en Anne McGarrigle nooit zo goed op dreef zagen dan hier, en dat gold ook voor iemand als John Martyn, terwijl ook Martyn Bennett en een piepjonge Rufus Wainwright in die eerste reeks te zien waren. De tweede reeks liet even op zich wachten, en Jay Ungar werd als “musical director” opgevolgd door dobro-virtuoos Jerry Douglas, en dat bleek een gouden greep, want het leverde een stroom aan superieure Amerikaanse artiesten op, terwijl de huisband op een ongeëvenaard hoog niveau bleef staan, met oudgedienden als gitarist Russ Barenberg, bassist Danny Thompson, pianist en accordeonist Donald Shaw en percussionist James Mackintosh, maar met in dit vijfde seizoen ook bijvoorbeeld de fenomenale John McCusker op fiddle, fluiten en kleine gitaar.

Dit vijfde seizoen is overigens adembenemend goed. Dat komt door de gasten, maar ook door die fenomenale huisband, die ervoor zorgt dat die gasten niet alleen in een warm bad terecht komen, maar ook dat ze uitgedaagd worden om alles te geven wat ze hebben. Je ziet mensen opbloeien en genieten. Alison Krauss is misschien de bekendste gast, maar ze zingt hier zo magnifiek ingetogen haar liedjes, dat je alleen met ingehouden adem naar haar kunt luisteren en kijken. Bovendien zet ze af en toe een schitterende tweede stem neer en is ze niet te beroerd om bijvoorbeeld een jong nieuw talent als Sarah Jarosz (negentien, hou haar in de gaten) te ondersteunen – een meid die hier met groot zelfvertrouwen en een enorme overtuigingskracht met een aantal veteranen zit te zingen en te spelen, die er allemaal overduidelijk enorm veel plezier in hebben.

Dan de mannen die in eerste instantie wat minder opvallen, maar die een band onmiddelijk volledig op scherp kunnen zetten. Om te beginnen de Ierse bouzouki-veteraan Donal Lunny, die we hier overigens voor het eerst horen zingen. Lunny is een voortreffelijke bandleider, die iedereen weet op te jagen en de vaart er altijd enorm in houdt. Heerlijk om te zien. En dan is er de geweldige banjovirtuoos Bela Fleck, de man die bluegrass en jazz weet te combineren op een volstrekt unieke manier. Hij weet iedereen meteen op het puntje van zijn stoel te krijgen. Bij hem moet je steeds op het onverwachte verdacht zijn. Hij kan in zijn eentje midden in een nummer ineens het tempo gaan versnellen, waardoor het nummer enorm aan spanning wint, of met kleine accenten anderen duwtjes geven. Als hij meespeelt is het meteen veel spannender, en dat maakt deze complete sessie wat mij betreft drie keer zo leuk. Want vergeet niet, gasten staan in de spotlight, maar spelen ook mee met collega’s in een ondersteunende rol, of zijn even onderdeel van de huisband als het zo uitkomt. Dat maakt dei sessies juist zo spannend.

Ook leuk: Eric Bibb, voor het eerst in lange tijd een echte bluesman in de sessions, en het werkt perfect, want de Transatlantic Sessions blijkt ook hier weer een formule die als een soort fusion werkt – Ierse, Schotse, Amerikaanse muzikale elementen blijken perfect met elkaar te versmelten als je echte rasmuzikanten bij elkaar zet die het vooral heel erg leuk vinden om met elkaar muziek te maken. Sam Bush, geniaal mandolinespeler en zanger, volledig in zijn element hier, net als Dirk Powell (fiddle, banjo, accordeon, zang) an Amos Lee (gitaar, en een geweldige zanger). Accordeonist Phil Cunningham is een gast die al vaker langs is geweest, net als zangeres Eddi Reader en accordeoniste Sharon Shannon. Nieuw voor mij, en ook aangename verrassingen, waren zanger/gitarist Declan O’Rourke, zangeres Muireann Nic Amhlaoibh, gitarist Jim Murray, zanger Iain Morrison en zangeres Kathleen Macinnes.

Extra op de dubbele dvd zijn maar liefst vijf bonustracks, en als je ze bekijkt ben je stomverbaasd waarom ze zijn afgevallen, want er zitten bij die bonustracks nog een paar absolute juweeltjes, zoals Russ Barenberg’s When At Last. Een absolute aanrader!