Mijn favoriete Kuifje-album is De Juwelen van Bianca Castafiore. Het verhaal stelt op zich niet zo heel veel voor, maar het eigenlijke thema van het boek is dan ook miscommunicatie. Mensen die langs elkaar heenpraten, elkaar niet begrijpen, elkaar verkeerd begrijpen of elkaar eenvoudigweg niet willen begrijpen. Het is daardoor het meest hilarische Kuifje-album geworden, en ook een album dat bij herlezing eigenlijk alleen maar leuker wordt. Een van de hoofdrollen is voor de operazangeres Bianca Castafiore die beroemd is geworden met de aria “Ha, ik lach”. Iedereen vlucht in het boek steeds alle kanten op als ze begint te zingen – “Ha ik lach bij ’t zien van mijn schoonheid in dees spiegel”.

Het duurde even voor ik er achter kwam dat het om een echte bestaande opera-aria ging, maar toen ik dat wist wou ik hem ook wel een keer horen. Bij de bibliotheek kon je toen, jaren geleden, nog complete opera’s op langspeelplaat lenen – de Faust van Gounod, waar de aria uit kwam, besloeg vier lp’s in een doos. De doos moest speciaal voor mij uit de Rotterdamse bibliotheek komen, want de Drentse bibliotheekcentrale waar ik toen werkte had alleen een Hongaarse plaat met hoogtepunten, waar ook in het Hongaars op gezongen werd, en de tekst bleek op de hoes ook alleen in het Hongaars te staan. Daar werd ik dus niets wijzer van, maar een paar weken later was de doos er. Wat bleek? Er zaten maar drie platen in de doos, en op de plaat die ontbrak stond natuurlijk uitgerekend Ha Ik Lach

Het paste allemaal wel mooi bij het thema van het Kuifje-album, maar ik werd nu wel echt nieuwsgierig, want de opera van Gounod bleek toch wel erg mooi te zijn, en die ene aria bleek niet het enige juweeltje. Uiteindelijk heb ik de hele opera te pakken gekregen in een meer dan prachtige uitvoering, met de merkwaardig lispelende tenor Franco Corelli als Faust, Nicolai Ghiaurov als de duivel en Joan Sutherland als Marguerite. Het London Symphony Orchestra staat onder leiding van Richard Bonynge, en ze zetten hier een perfecte Faust neer. Zelfs Deposons Les Armes, dat iedereen kent als de Soldatenmars, en dat vaak heel plomp wordt uitgevoerd, en waarvan de melodie zelfs een keer tot carnavalsschlager is omgebouwd, wat toch tamelijk dodelijk is, wordt hier een prachtig, enerverend stuk muziek waar ik elke keer weer van onder de indruk raak. De uitvoering van Bonynge en co is perfect tot en met de triangel, die hier precies goed hoorbaar moet zijn. Dat klinkt als een grap, maar het is echt zo.

Die “soldatenmars” is een klein wonder, want in zes minuten wordt er een klein drama neergezet waar je happend naar adem bij achterblijft, waarna Gounod je ook echt even de tijd gunt om bij te komen door na de climax nog een subtiel naspel te laten horen. Het zijn niet alleen de fantastische zangpartijen, maar ook de verschuivende en soms gelijktijdig tegen elkaar inspelende ritmes die bewondering wekken. En zo leidde de behoefte om de soundtrack bij Kuifje te horen tot de ontdekking van een fantastische opera.

Om een goed idee te krijgen van de pracht van Faust moet je om te beginnen naar Deposons les armes luisteren, en dan liefst alsof het om snoeiharde rock gaat, dus goed hard. Dan ga je even terug naar de mooiste aria van Faust (in dit geval gezongen door Franco Corelli, die merkwaardig genoeg lispelt, waardoor je toch weer even in een stripverhaal waant als je niet uitkijkt) – Salut! demeure chaste et pure, waarna de aria van Marguerite waar het allemaal om begon, Ah, je ris de me voir volgt. We kunnen ze hier, omdat de rechten al een dikke honderd jaar verlopen zijn, in zijn geheel laten horen (bij elkaar bijna een kwartier). Als je dan om bent zul je ontdekken dat er nog veel meer van dit soort hoogtepunten in de opera te vinden zijn.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.