
moondog
Moondog was de artiestennaam van de blinde New Yorkse straatmuzikant Louis Hardin die in de jaren zestig een kort moment beroemd was in kringen van progressieve muziekliefhebbers.
Die beroemdheid had hij te danken aan een platenmaatschappij die wel wat in hem zag en die een groot en goed orkest bij elkaar bracht om zijn composities uit te voeren. Moondog kwam uit in 1969 en werd door liefhebbers van wat ingewikkelder popmuziek meteen opgepikt. Ook onder musici was zijn naam vanaf dat moment een begrip. De plaat flopte echter jammerlijk, waarschijnlijk omdat hij niet te categoriseren viel. Het was geen popmuziek, geen klassieke muziek of moderne serieuze muziek (hoewel er minimal-musicachtige stukken in zitten) en geen jazz. Alhoewel – het was eigenlijk een soort van neo-klassieke symfonische jazz, maar ook zo’n omschrijving dekt de lading niet. Een meesterwerk, dat wel, en ook absoluut niet gedateerd. Philip Glass en Steve Reich noemden hem later wel de grondlegger van de minimal music, maar zelf wuifde hij dat weg met “Bach, die was in zijn fuga’s pas minimaal…” Charlie Parker wou zelfs een plaat met hem opnemen, maar stierf helaas onverwacht. Hij werd dus door musici uit zeer uiteenlopende hoek bewonderd.
Het zou, wat bekendheid betreft, bij dat ene moment blijven, maar Moondog heeft, mede dankzij een paar fanatieke liefhebbers en musici-fans toch nog een paar mooie tot zeer mooie platen gemaakt, waarvan een deel, onverwacht genoeg, in Duitsland.
“Moondog” was overigens niet zijn eerste plaat. In 1956 en 1957 kwamen er op het jazzlabel Prestige al drie platen van hem uit, waarop hij onder meer een heel scala aan zelfbedachte en zelfgemaakte muziekinstrumenten bespeelt, als de Oo, de Yukh en de Trimba. Hij zit op sommige nummers duidelijk op straat te spelen, en altijd in zijn eentje. Dat maakt dat deze platen wel interessant zijn, maar geen meesterwerken. Je kunt ze min of meer als schetsen beschouwen, die op “Moondog” pas echt in volle glorie op een olieverfschilderij zijn uitgedraaid. Moondog was als straatmuzikant overigens wel een opmerkelijke verschijning met zijn lange witte baard en viking-outfit. Hij maakte niet alleen muziek maar las ook zijn eigen gedichten voor en verkocht zijn dichtbundels op straat. Hij had in New York zijn vaste plek en stond bekend als “de Viking”.
Na Moondog verscheen er in 1971 nog een plaat onder dezelfde titel, maar met totaal andere muziek. Met zijn dochter en een sporadische gastmuzikant zingt hij zesentwintig madrigalen die weliswaar middeleeuws klinken, maar die allemaal door hem gecomponeerd zijn, en die allemaal bijna onaards mooi zijn. Ze klinken wel duidelijk geïnspireerd door middeleeuwse gezangen, maar Moondog heeft er zeer nadrukkelijk zijn eigen stempel op gedrukt, waardoor ook deze muziek eigenlijk niet valt te categoriseren. Deze plaat flopte helemaal, want het progressieve poppubliek kon met deze muziek helemaal niet uit de voeten, daar was het allemaal te vreemd voor. Beide Moondogplaten zijn samen op één cd verschenen, en dat geldt ook voor de twee Prestige-platen uit de jaren vijftig.
In 1974 vertrok hij naar Europa om daar een paar maanden te spelen. Hij bleef er tot hij op zijn zesentachtigste stierf, en maakte er een paar schitterende platen. Hij ontmoette er Ilona Goebel, die zijn muziek voor hem op papier zette en die als zijn manager ging functioneren. In Amerika was hij zo abrupt van het toneel verdwenen dat ze daar dachten dat hij dood was.
Moondog in Europe was zijn eerste Europese plaat, en hij is voor het grootste gedeelte (op lp de eerste plaatkant) prachtig. Op de b-kant stonden orgelstukken, waar ik persoonlijk niet van gecharmeerd ben.
En dan verschijnt het kleine meesterwerk H’art Songs. Moondog zingt op zijn onnavolgbare breekbare wijze en wordt daarbij begeleid door de virtuoze, ragfijn piano spelende Fritz Storfinger. Hij zegt er zelf over: “Moondog singing Moondog? Really! Even goodness knows, that Moondog doesn’t sing a song; he shows how it goes.” Maar dat levert dan wel een zeldzaam mooie plaat op.
Tussen de bedrijven door maakt hij ook nog een majestueuze orgelplaat, die onder kenners zeer hoog aangeslagen wordt, maar die ik, waarschijnlijk omdat ik allergisch ben voor kerkorgels, niet om aan te horen vind.
In 1991 maakt hij met een uitstekende groep overwegend Duitse musici de plaat Elpmas en in 1994 maakt hij met The London Saxaphonic zijn laatste meesterwerk, de swingende bigband-cd Sax Pax for a Sax. Op deze plaat spelen ook wat van zijn Engelse musici-fans mee, waaronder Danny Thompson en Peter Hamill. Bij deze opnames denk je onwillekeurig: Michael Nyman, eat your heart out!
Als je de smaak te pakken hebt kun je nog uitgebreid op speurtocht, want er is verder nog heel wat van hem verschenen op obscure labels, en ook anderen hebben zijn muziek uitgevoerd, tot en met Janis Joplin en het Kronos Quartet toe. Maar het meeste is vrijwel onvindbaar.
De hoogtepunten op een rijtje:
- Moondog (1969)
- Moondog 2 (1971)
- Moondog in Europe (vooral de eerste helft)
- H’art Songs
- Elpmas
- Sax Pax for a Sax
- More Moondog en The story of Moondog (samen op één cd als More Moondog) – toch ook erg leuk als je van schetsen houdt.
En eind 2005 verscheen er een schitterende Franse Hommage à Moondog.