Gé Reinders begint deze week aan de laatste zeven optredens van de Gerardus Jacobus Marie-tour.

  • 21-3 Amersfoort, De Flint

www.theaterdeflint.nl

  • 22-3 Oss, De Lievekamp www.lievekamp.nl  
  • 27-3 Veldhoven, De Schalm
  • 28-3 Sittard, Stadsschouwburg www.schouwburg.sittard.nl
  • 29-3 Hoofddorp, De Meerse www.demeerse.com
  • 5-4 Groesbeek Cardo
  • 6-4 Someren, De Ruchte www.deruchte.nl / ( dit optreden stond op 4-10-02 maar is verschoven vanwege ziekte )

    De Friese NOARD-SÚD KONSERTEN met Fanfares de Bazuin Tzummarum en Studio It Heidenskip o.l.v. Marten Miedema vinden plaats op:

    • 12 april

    Sporthal “De Rolpeal” te Workum – aanvang: 20.00

  • 26 april Sporthal “De Harnehal” te Tzummarum – aanvang: 20.00


    Hieronder vind je de Volkskrant-recensie van 27-1 en citaten uit andere kranten.


    Reinders maakt het kleine groots

    Patrick van den Hanenberg

    De Volkskrant 29-1-03
    Gé Reinders, Gerardus Jacobus Marie, gezien op 27 januari 2003 in het Nieuwe Dela Mar in Amsterdam, tournee tot april

    Zeven gitaren en een contrabas staan klaar voor Gé Reinders en zijn twee begeleiders. Het lijkt een helder voorbeeld van uitsloverij op een kleinkunstavond. Het is de enige luxe die Reinders zich op het podium veroorlooft. Verder houdt hij alles klein, piepklein. En dat maakt Reinders groot.
    Tien jaar geleden stapte Reinders over van Engelstalig naar het Limburgs theater. Hij nam het risico dat men hem buiten de provinciegrenzen niet zou zien staan. Langzaam maar zeker groeide zijn gehoor, onder meer door de uitvoerige lof die Toon Hermans hem toezwaaide. Hij had zelfs een hitje met zijn ontroerend opzwepende ode aan de Limburgse dorpsfanfare, Bloasmuziek. De overstap betekende ook het inruilen van rock voor akoestische intimiteit. Reinders is geen fantastische gitarist (in tegenstelling tot zijn begeleider Marcel Broersma) en geen geweldige zanger, maar wel een groots artiest, die zijn ziel en zaligheid in de muziek en teksten legt. Een optreden van Reinders is altijd een muzikale mengeling van oud en nieuw repertoire. Maar veel meer dan zijn vorige programma’s vertelt zijn huidige voorstelling ook een verhaal. In liedjes en conferences vertelt Reinders over het menselijk ideaal om te vliegen, dat pas in vervulling kan gaan als hij ervan doordrongen is dat hij geen vleugels heeft. Het kleine menneke vliegt van Beek naar Schiphol om een oom uit te zwaaien die naar Canada gaat, de scholier vliegt naar Amerika voor een uitwisselingsprogramma van een jaar, hij ziet twee vogels mislukte pogingen doen om uit te vliegen, hij heeft gezelschap van een buizerd als hij een rondje meevliegt in een zweefvliegtuig, en hij bezoekt een kunsttentoonstelling in een inrichting voor geestelijk gestoorden in Venray. Reinders weet te overtuigen dat je geen loser maar een winnaar bent als je grote dromen nastreeft en tevreden bent met het kleine. Hij is al blij als hij met één been fatsoenlijk op de grond kan blijven staan. In die filosofie kruipt hij heel dicht tegen Toon Hermans aan, die we ook herkennen in zijn familie- en jeugdverhalen vol absurdistisch kleinschalig leed. Het calvinistische ‘doe maar gewoon’ is dodelijk voor een artiest en verstikt elke vreugde. Gé Reinders heeft zich de Limburgse variant eigen gemaakt, waarbij gewoon heel bijzonder wordt.
     


    Belang van Limburg ( B ): Niemand schrijft mooiere liedjes in het Limburgse dialect, dan deze Roermondenaar.

    Dagblad de Limburger: Live luisteren naar Gé en zijn begeleiders blijft een traktatie.

    Leeuwarder Courant: Gé Reinders krijgt zalen plat in het Limburgs.

    Leidsch Dagblad: Het geheel biedt puur luistergenot voor de liefhebbers van zijn authentiek geluid.

    Limburgs Dagblad: Reinders is bovenal een uitstekend muzikant die op dit moment de allermooiste Limburgse liedjes schrijft en zingt.

    Meppeler Courant: De sterk verhalende liedjes van de innemende Reinders kwamen oprecht over en werden in de grote zaal intiem en met de juiste dosis relativering gebracht.

    Noord Hollands Dagblad: Dat de teksten voor niet-Limburgers niet te verstaan waren, had geen invloed op het enthousiasme waarmee de toeschouwers en toehoorders Reinders bejegenden.