Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar Malcolm Holcombe heeft zijn kop niet echt mee. En als hij het in het eerste nummer over “broken beerbottles” heeft wordt je vooroordeel misschien net iets te snel bevestigd. Holcombe heeft een rauwe stem die soms op een kruising lijkt tussen Tom Waits, Dave van Ronk en Guy Clark, en hij zingt al net zo jazzy als bijvoorbeeld John Martyn.

Holcombe schrijft prachtige liedjes die op een plezierige manier blijven hangen, en hij zingt ze op een jazzy, vloeiende manier. De band is perfect toegesneden op deze aanpak, want zij spelen er soepel en swingend op in, terwijl het ook nog eens steeds overal spannend blijft. Blues kun je het niet echt noemen, het is rootsy, jazzy en bluesy, met een fantastische dobrospeler, een lekker vet B3-orgel, een paar meer dan uitstekende gitaristen en een stevige ritmesectie. Holcombe kan de zang zeer prima alleen af, maar als er hier en daar een tweede stem bijkomt is die ook verbijsterend goed.

Luister maar eens naar de eerste twee nummers van zijn cd Not ForgottenSparrows and Sparrows en Goin’ Home, dan begrijp je precies wat we bedoelen. De plaat eindigt met de perfecte uitsmijter, het zeer jazzy gezongen Where Is My Garden, dat je zelf vervolgens nog uren Satchmo-achtig swingend loopt te zingen, tot je toch maar weer naar de cd-speler loopt om Holcombe’s cd nog weer een keer te draaien. Kortom – we hebben hier een echt meesterwerkje te pakken dat niet alleen verslavend werkt, maar dat ook steeds beter wordt. Een aanrader.