Ik weet het, het is mosterd na de maaltijd, want Eric Vloeimans heeft in 2007 zelfs een Edison voor dit album gekregen, en hij is in de jazzwereld al zeer uitgebreid bewierookt, maar toch…
Een van de lezers van dit magazine stopte me deze cd toe omdat hij de naam van Vloeimans een paar keer in positieve zin was tegengekomen in stukjes van mij over andere acts, de laatste keer in de bespreking van Sensuál’s tweede album.

Eric Vloeimans maakt, samen met drummer Jasper van Hulten, toetsenist Jeroen van Vliet, en bassist Gulli Gudmundsson muziek die ik eigenlijk alleen in lyrische bewoordingen kan omschrijven. Het is zwoele muziek, sensuele muziek, smooth and mellow, en Vloeimans heeft een prachtige toon, waar zelfs luisteraars die normaalgesproken helemaal niet van trompetmuziek houden voor door de knieën gaan. Swingend is het allemaal ook nog, en perfect gespeeld. Dat laatste betekent dat ik elke keer aan het eind van een nummer opgeschrikt word door het applaus, want het is nauwelijks voorstelbaar dat ze dit live inderdaad voor elkaar krijgen. Want dit kwartet speelt niet alleen perfect, maar op momenten ook heel intiem en bijna fluisterzacht, en Vloeimans durft op andere momenten ook zijn trompet in de stijl van Jon Hassell door de vervormer te halen.

Toch is het nergens gladde loungejazz, daar is het weer te spannend voor. Maar bovenal is dit gewoon bloed- en bloedmooie muziek, en dat is toch vrij zeldzaam. Prachtig.