Albert van Veenendaal is een pianist die speelt op een geprepareerde piano, dat is een piano waar stukjes rubber, pingpongballetjes, stokjes, wasknijpers en nog zo van alles in gezet en gestoken is om het geluid van de piano te veranderen. Alan Purves is een drummer die een complete speelgoedwinkel en doe-het-zelfzaak in en om zijn drumkit heeft verzameld, met piepbeesten, rubberslangen en nog veel meer opmerkelijke attributen, naast een aantal zelfgemaakte muziekinstrumenten.

Samen maken deze heren serieuze avantgardistische geïmproviseerde muziek, die, anders dan je na deze introductie wellicht zou denken, de gimmick ver voorbij is. Want met name bij Purves denk je eerst met een eenvoudige grappenmaker van doen te hebben – totdat je hoort wat hij met al die attributen voor elkaar krijgt, en na vijf minuten realiseer je je dat hier een rasmuzikant aan het werk is die misschien wel tegen het geniale aanzit, want wat hij doet is bijzonderder dan je zou denken: hij introduceert namelijk humor in serieuze avantgarde.

En dat is niet alleen een verademing, het maakt “moeilijke” muziek meteen ook echt veel leuker en toegankelijker. Je gaat ook gemakkelijker vaker luisteren naar het album van beide heren, And The Cowgirls Kept on Dancing, en dan hoor je pas goed hoe magnifiek deze improvisaties in elkaar steken, en hoe goed Purves en van Veenendaal op elkaar zijn ingespeeld.

Avontuurlijke muziek, die niet alleen voortborduurt op een lange en brede jazztraditie, maar waar je ook de elektronische avantgarde van de afgelopen vijftig jaar in hoort doorklinken, net als minimal music en andere serieuze muziektradities. En alles met een knipoog, waardoor het nooit loodzwaar wordt. Soms voluit en volledig uitbundig, soms ook fluisterzacht en uiterst subtiel, maar altijd precies goed. Een geweldig duo en een fantastisch album!

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.