Tobias Hume leefde ongeveer van 1579 tot 1645, en componeerde onder meer een aantal stukken voor viola da gamba. Edisonwinnaar Ralph Rousseau besloot die stukken, uit de publicatie uit 1605 getiteld “°the first part of ayres for the viola da gamba alone”, analoog te gaan opnemen en ze vervolgens ook op vinyl uit te brengen, omdat die analoge opnames dan het beste tot hun recht zouden komen. De opnames werden gemaakt in het Franciscaner Klooster in Utrecht met analoge apparatuur (voor de kenners: Nagra bandrecorders en Schoeps microfoons). Voor de mensen die geen platenspeler bezitten wordt er overigens bij de vinylplaat ook een cd’tje meegeleverd.

De hamvraag is natuurlijk of het klopt – is het al die moeite waard geweest, klinkt het allemaal inderdaad beter en authentieker als je het op deze manier opneemt? Het antwoord is wat teleurstellend. Nee, helaas niet. Zeker als we deze opnames vergelijken met andere, berucht moeilijk op te nemen muzikale avonturen, dan gaat de voorkeur absoluut uit naar verfijnde digitale studio’s. Hoe briljant het idee op papier ook leek, in de praktijk klinkt het niet echt geweldig, ben ik bang.

De presentatie is prachtig, en je kunt als je goed luistert heel goed horen hoe goed de muziek is, maar hier zit juist de opname het luistergenot in de weg, vrees ik.

Luister hier naar een paar fragmenten: