De diatonische accordeon en de fluit blijken op een bijzondere manier zeer goed samen te kunnen klinken, maar dan moeten wel muzikanten als accordeonist Jonathan de Neck en fluitist Esinam Dogbatse samen spelen. Zet er dan nog wat rasartiesten omheen als Sebastien Tamaniau op viool, Corentin Dellicour op cello en Rui Salgado op contrabas en je komt oren tekort. Hier wordt weer op bijzonder avontuurlijke wijze de grens afgetast tussen folk, moderne kamermuziek, minimal music en wereldmuziek, met een ronduit betoverend resultaat.

De Neck schreef de meeste composities, en weet daarin een opmerkelijke combinatie te maken van intelligente nieuwe folk en zwoele swingende zuidamerikaanse sferen. Intelligent en een tikkeltje melancholiek, zo horen wij het graag. Muziek waar je eindeloos naar kunt blijven luisteren. We laten hier het openingsfragment horen, het bloedstollend mooie ingetogen slotfragment en twee fragmenten uit de Fourmilières halverwege. Dat zou je moeten overtuigen, dacht ik zo.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.