Glice is een Amsterdams duo dat het de luisteraar niet gemakkelijk lijkt te willen maken. Ze zetten je in ieder geval meteen op scherp door op hun nieuwe cd Cielo te beginnen met een bak pokkeherrie van ruim tien minuten waar weinig variatie in lijkt te zitten op het eerste gehoor. Dit is een fragment uit de eerste paar minuten:

glice - pentachromacy     

Serieuze muziek, post-industrieel, met een basis in de elektronische muziek uit de allereerste begintijd, waarin puur geluid, “noise” nog heel belangrijk was – grenzen aftasten, wanneer is herrie nog muziek, of wanneer wordt geluid muziek? Ik vind dat een buitengewoon fascinerend gebied, en in het tweede nummer komt er al iets meer structuur en begint het al wat vertrouwder te klinken voor onze muzikale oren. Luister maar:

glice - rangda     

Ik hou wel van dat gekraak en geknars, moet ik zeggen. Ruben Braeken en Melle Kromhout trokken voor dit album naar Berlijn, waar ze met Alexander Hacke van Einstürzende Neubauten samenwerkten. Melle Kromhout doet aan de Univeriteit van Cambridge onderzoek naar de geschiedenis van sinusgolven, nadat hij in Amsterdam een dissertatie had afgerond over het belang van noise in geluidsopnames. Ruben Braeken is een gretige muzikant, die in januari 2017 met vier verschillende bands optrad op het 24-uurs undergroundfestival Van Onderen in Paradiso. Samen werken ze al een jaar of tien samen als Glice. En dat ze niet alleen maar herrie en gekraak voortbrengen laten ze in de derde compositie (van de vier) horen, waarin zowaar ook strijkers te horen zijn, die wel lijken te spelen tijdens de ondergang van de wereld, maar het krijgt door die onheilspellende achtergrondgeluiden toch iets heel erg moois:

glice - jackdaw     

Een soundscape kun je dit niet noemen, en eigenlijk stellen de mannen van Glice een recensent voor een onmogelijke opgave, want deze muziek is wel heel erg lastig in een vakje te plaatsen – avant-garde misschien, maar dat klinkt zo achterhaald, subtiele pokkeherrie voor gevorderde luisteraars dan? Muziek die de luisteraar op een plezierige manier op scherp zet is het in ieder geval – voor iedereen met open oren dus.