De renaissancedichter en humanist Francesco Petrarca wierp op 6 april 1327 een blik op een jonge vrouw genaamd Laura de Noves, in een kerkje in de buurt van Avignon. Dat leverde niet alleen blijvende passie op, maar ook een reeks “rime sporse” oftewel uitgestrooide verzen die in 366 sonnetten vorm krijgen, die later de Canzoniere worden genoemd. Een songbook vol platonische liefdesliedjes en verwijzingen naar de onbereikbare liefde. De sonnetten vormen al eeuwen een inspiratiebron voor dichters en werden door vele componisten op muziek gezet (Monteverdi, Liszt, Lassus en anderen).

Het Belgische gezelschap Zefiro Torna bewerkte madrigalen uit de middeleeuwen, renaissance en barok, en maakte er samen met het jazztrio van Frank Vaganee iets geheel nieuws van. Het is al eerder gedaan, heel oude muziek combineren met saxofoons en improvisatie, maar hier pakt het fabelachtig mooi uit. Er werden ook uitermate geslaagde nieuwe composities geschreven voor Petrarcas tijdloze verzen.

Polyfone weefsels, fraaie cadansen, woordeloze scats, magische chemie tussen zang en saxofoons, melancholieke harmonieën – het levert een avantgardistisch, maar tegelijk tijdloos mooi album op. Avontuurlijk, spannend, maar vooral adembenemend mooi. Een absolute aanrader.

Luister hier naar een paar fragmenten: