Dmitri Klebanov was een Oekraïense componist, die in de jaren voor de tweede wereldoorlog successen boekte met een paar balletten, waarna hij onder meer een vioolconcert schreef en zijn eerste symfonie, waarna het noodlot toesloeg. Die eerste symfonie had als ondertitel Babi Yar, refererend aan de massale moord op Joden bij Kiev in 1941, tijdens de Duitse bezetting. Vlak voor de symfonie verscheen bracht Golda Meir een bezoek aan de Sovjet Unie, waardoor iedereen dacht dat het voor kunstenaars allemaal wat ontspannener zou worden op allerlei gebied. De symfonie werd met groot succes en onder veel belangstelling opgevoerd (premiëre in Kiev).

Toen kwam, vanuit het niets, de beruchte aanval van Stalin op “kosmopolitische kunstenaars en intellectuelen”, wiens werk verraad betekende van de revolutie en een gevaar voor het voortbestaan van de Sovjet Unie. De gevolgen waren groot, al kozen alle Sovjet Kunstenaars Bonden voor dezelfde oplossing: er werd één zondebok aangewezen die als bliksemafleider kon fungeren. In de Oekraïne was Klebanov de meest voor de hand liggende zondebok, en hij moest dan ook voor een tribunaal verschijnen. De voorzitter van dat tribunaal had hem van tevoren gezegd dat hij alleen maar iets “onbelangrijks” hoefde te bekennen, bijvoorbeeld dat hij voor Amerika gespioneerd had, en dat daarmee de kous af zou zijn. Klebanov weigerde, en dat was waarschijnlijk zijn redding, want anderen “verdwenen” na zo’n bekentenis meestal. Zijn vrouw ging uiteindelijk naar Moskou en bezocht daar “iemand”, waarna het stil werd. Klebanov was wel gebroken en heeft een tijd lang vooral politiek correct werk afgeleverd, als een “Eén Mei-symfonie” en een Ode aan de Partij, puur om te overleven. Ook gaf hij vijftig jaar lang les.

In 1983 was de Oekraïense violiste Mela Tenenbaum in Kharkov voor de uitvoering van een viola concert dat speciaal voor haar geschreven was door de Oekraïense componist Valentin Bibic, een leerling van Klebanov. Klebanov kwam kijken en was zeer onder de indruk van het spel van Tenenbaum, en vroeg haar of ze zijn vioolconcert wou uitvoeren. Dat deed ze het volgende seizoen in Kharkov. Klebanov was inmiddels zo enthousiast dat hij voorstelde een nieuw viola concert speciaal voor Mela Tenenbaum te schrijven. Klebanov was inmiddels dik in de zeventig, en raakte tijdens het gezamenlijk werken aan dat viola concert goed bevriend met Tenenbaum.

Op advies van de dirigent Igor Blazhkov, een dirigent die vooral moderne eigentijdse muziek uitvoerde, schreef Klebanov het concert voor dertien musici. De reden is nogal pragmatisch – als er radio-opnames werden gemaakt kregen spelers in ensembles van dertien mensen en minder maar liefst vier keer zo veel betaald als grotere ensembles. Maar in de beperking toont zich de meester. Het stuk is helemaal op Mela Tenenbaum geschreven, maar waaiert af en toe heel mooi uit. Het is een elegant stuk, maar je hoort er ook wanhoop en ellende in terug. Klebanov leek wel bevrijd.

Als gezegd waren Klebanov en Tenenbaum inmiddels bevriend geraakt, en de energie die deze muzikale samenwerking genereerde leek de creatieve energie van Klebanov een enorme stimulans te geven. Hij hoorde haar tijdens een concert een stuk spelen op de viola d’amore en was zo enthousiast dat hij een stuk wou schrijven speciaal voor haar en de mogelijkheden van de viola d’amore. Al een maand later kreeg Tenenbaum een telefoontje van Blazkhov om te melden dat het werk klaar was en dat het fantastisch klonk. Onderussen was Klebanov ook bezig met een stuk voor stem waarvoor hij als basisteksten haiku’s gebruikte. Uiteindelijk combineerde hij beide stukken tot een meesterwerk dat de titel Japanse Silhouetten kreeg. Het stuk klinkt heel Slavisch en doet op momenten denken aan de opera’s van Dvorak, met Japanse accenten. De stem klinkt heel puur, de viola emotioneel. Een aangrijpend meesterwerk, dat groeit als je het vaker hoort.

De bezetting was bijzonder – drie percussionisten, vier cello’s, enzovoorts. Het viola concert was opgedragen aan Mela Tenenbaum, dit stuk was opgedragen aan Maestro Blazkhov, die zorgde voor de eerste uitvoeringen en voor een radio-opname in Kiev.
Voor Klebanov’s tachtigste verjaardag was een concert gepland dat hem zou rehabiliteren, met niet alleen de Japanse Silhouetten, maar ook de Babi Yar Symfonie op het programma. Helaas overleed Klebanov een paar weken voor zijn tachtigste verjaardag. Daarna volgde het einde van de Sovjet Unie, de afscheiding van de Oekraïne, chaos, de opheffing van alle muziekinstituten en de uittocht van massa’s mensen.

Ook Mela Tenebaum vertrok, naar Amerika, met achterlating van de meeste van haar persoonlijke bezittingen. Wat ze wel meenam was een cassettebandje met een sterk vervormde opname van de Japanse Silhouetten, die ze tegen een hoge prijs van Radio Kiev had losgepeuterd. Daar hadden ze het geluid vervormd om te voorkomen dat het bandje commercieel gebruikt zou kunnen worden. Dat bandje kwam uiteindelijk in handen van Richard Kapp, die er enthousiast op reageerde en aan Mela Tenenbaum vroeg of ze de partituur ook had. Die had ze niet, en ze schakelde Bibic in om te zoeken. Die ging naar de Kharkovse muziekinstelling en naar de familie van Klebanov, maar in de chaos was het veiligstellen van partituren van moderne muziek niet de eerste prioriteit geweest, en de muziek leek definitief verdwenen. Er kwam nog een envelop boven water waar met grote letters “Japanse Silhouetten” op geschreven stond, maar die bleek alleen oude kranten te bevatten.

Als laatste mogelijkheid nam Tenenbaum contact op met Blazhkov, in de hoop dat die een eigen kopie had, maar helaas. Toch ging hij op zoek bij vrienden van Klebanov, en twee dagen later had hij het manuscript gevonden. Meteen werd er door Richard Kapp een Amerikaanse premiëre ingepland en een serie concerten, waarbij Blazhkov zou dirigeren en Melenbaum uiteraard de viola zou spelen. Nu moest er nog een zangeres worden gevonden die de partij moest zingen die oorspronkelijk door Natasha Kraftzova werd gezongen. Kraftzova was een jonge sopraan die door Klebanov zelf was uitgezocht voor de rol.
Kapp suggereerde dat ze zouden proberen Kraftzova zelf te vinden, maar een speurtocht rond Kiev leverde niets op. Toen kreeg Tenenbaum een foto onder ogen van een groep musici ergens in Wenen waar Kraftzova op de achtergrond te zien was. Telefoontjes met Weense collega’s leverden iemand op die zich herinnerde dat de dame in kwestie uit Slovenië was gekomen, een paar uur van Wenen. Kapp en Tenenbaum pakten een atlas en gingen zoeken naar Sloveense steden die op een redelijke afstand van Wenen lagen. De stad die ze kozen was Maribor. Kapp stuurde een handgeschreven brief in het Russisch van Tenenbaum als fax naar “Kraftzova in het operahuis van Maribor”, en tien minuten later hadden ze een hevig opgewonden Kraftzova (nu Natalia Biorro) aan de telefoon. Ze zat midden in een uitvoering van La Traviata toen ze de fax in handen geduwd kreeg…

Blazkhov en Biorro kwamen naar New York en de eerste officiële uitvoering van de Japanse Silhouetten vond plaats als gepland. Meteen na de premiëre werd een plaatopname gemaakt voor essay recordings, waardoor het meesterwerk van Klebanov nu voor iedereen beschikbaar is.  Het is niet alleen een compositie waar een interessant en aangrijpend verhaal aan vast zit, de muziek zelf is net zo aangrijpend. Tenenbaum gaat met haar gebruikelijke roekeloze flair te werk, zonder ooit uit de bocht te vliegen, en Biorro zingt (sorry voor het cliché) de sterren van de hemel. Prachtig, prachtig.

  • Dmitri Klebanov – Japanese Silhouettes & Viola Concerto – essay cd1052