Een van de meest hilarische albums van de laatste jaren is Re-Covers van Albert Kuvezin. Kuvezin komt uit Tuva, dat je kunt vinden in de voormalige Sovjet Unie, net boven Mongolië. Zijn keelzang en ondertoonzang komt duidelijk ook uit die hoek, maar hij doet er iets heel verrassends mee. Hij zingt hardrockklassiekers en andere westerse rock, maar dan wel met die idioot diepe ondertoonstem, die je helemaal in je buik hoort meetrillen. Zijn band Yat-Kha speelt op traditionele instrumenten, maar het rockgevoel zit overal in verankerd.

Het levert een verbazingwekkende cd op, met bijna onherkenbare nummers van Led Zeppelin (When the levee breaks, prachtig!) the Stones (Play with fire) of Mötörhead (Orgasmatron), maar ook met Man Machine van Kraftwerk en Ramblin’ Man van Hank Williams. Het mooiste is misschien wel zijn versie van Her eyes are a blue million miles van Captain Beefheart, dat hier klinkt zoals de Captain het waarschijnlijk ook bedoeld heeft.

Soms werkt het vooral op de lachspieren, zoals bij de Ierse klassieker Wild Mountain Thyme, maar bij de echte hardrocknummers werkt de Kuvezin-aanpak wonderlijk goed. Luister maar eens naar When the levee breaks, dat begint als een traditioneel Mongools volkswijsje, maar dat zich dankzij de stem van Kuvezin al snel ontpopt tot een diepe, trage hardrocker. Het doet wat denken aan de plaat die Van Morrison ooit met de suffe Chieftains maakte. Door de Morrison-aanpak werd die band ook meteen heel wat minder suf.
Kuvezin maakte met Yat-Kha een vreemde plaat, maar wel eentje waar je een goed humeur van krijgt, terwijl je mond regelmartig van verbazing openzakt. Wereldfusie in optima forma.