fayssoux, laurie, mae, terri en mary alice
Vijf vrouwen die alle vijf een ander geluid hebben, een andere aanpak. Het enige wat ze gemeen hebben is dat ik met een deel van wat ze doen wat moeite heb. De een is net wat te gewoontjes, de ander wat te onnozel, de derde wat te oppervlakkig, de vierde wat te zweverig, de vijfde misschien toch net wat te gladjes. Alle vijf hebben ze wel degelijk een kwalitatief prima cd afgeleverd, dus wellicht zit er, als je mijn detailkritiek onzinnig vindt, nog het een en ander tussen dat juist jou aanspreekt.
Fayssoux
Het verhaal van Fayssoux (dat is haar vóórnaam overigens, ze heet voluit Fayssoux MacLean) is interessanter dan haar muziek, vrees ik. Ze speelde en zong heel lang in de schaduw van anderen, bijvoorbeeld op de beste platen die Emmylou Harris maakte. Dat betekent dat Fayssoux wel kan zingen, maar het betekent nog niet dat ze in haar eentje ook indruk kan maken. Haar eerste soloplaat Early maakte ze pas toen ze al in de vijftig was, en er staan maar twee zelfgeschreven nummers op. Emmylou is zo aardig om op twee nummers de tweede stem te zingen, en ook verder spelen er eigenlijk alleen maar topmuzikanten mee als Ricky Skaggs, en zingen Sharon en Cheryl White ook op twee nummers “harmony vocals”. Prima arrangementen, prima zang, en toch wil de vonk maar niet echt overspringen, zelfs niet bij de huppelende gospel Amen Children. Zelfs het fraaie Miss The Mississippi and You hebben we al beter gehoord.
Laurie Jones
Laurie Jones begint met een indrukwekkend stukje acapella zang, waarna de drums invallen, er een twangy gitaar bijkomt en ze een rockende folkkant opgaat, waarbij zelfs blazers worden ingezet, maar soms ook een fiddler of een vet orgel. Jones heeft wel al haar nummers zelf geschreven, en ze brengt ze met een stevig stuk zelfbewustzijn. Staat als een huis. Helemaal aan het eind van de cd volgt nog een merkwaardig verborgen experimenteel nummer dat niet goed bij de rest past en dat we eigenlijk liever meteen weer vergeten.
Mae Robertson
Mae Robertson zingt gemakkelijk en soepel, en dat klinkt zo gewoon en vanzelfsprekend dat het even duurt voor je door haar stem gepakt wordt en binnengetrokken in haar muzikale wereld, die op het eerste gehoor niet echt spectaculair is. Vrij gewoontjes zelfs. Maar toch. De frasering, de onnadrukkelijke manier van zingen zijn wel degelijk bijzonder. De band is goed, met prima, doorwrochte arrangementen die niet te snel vervelen, en het is Mae Robertson’s stem die het verschil uitmaakt. Je kunt dus het beste gewoon luisteren of die stem je bevalt. Een aantal liedjes schreef ze zelf, verder zingt ze nummers van onder meer Tom Waits, Elvis Costello en Beth Nielsen Chapman.
Mary Alice Amidon
Mary Alice Amidon heeft een ouderwetse zangstem die ze gebruikt om traditionele muziek te maken, old time, gospel, maar ook eigen liedjes in die stijl. Haar halve familie doet mee op Keys To The Kingdom, maar de kwaliteit is prima, zeker instrumentaal. Daar horen we zelfs uitgesproken verrassende arrangementen. Die worden soms weer wat onderuitgehaald door de toch wel erg stupide teksten van sommige gospels. Die zorgen er toch voor dat ik zo’n hele cd ineens niet meer serieus kan nemen. Sorry, maar als er juichend gezongen wordt dat de zangeres zich zo verheugt op de hemel omdat Adam en Eva daar ongetwijfeld bij de poort staan om haar persoonlijk te begroeten, dan schiet ik behoorlijk in de lach, en als er even later weer zo’n liedje komt slaat bij mij onherroepelijk de slappe lach toe. Een cd om selectief te beluisteren dus, wat mij betreft. Nog een onnozel puntje van kritiek – soms is het verstandig om niet je eigen foto pontificaal op je hoesje te zetten. Neem een voorbeeld aan de meeste andere dames hier.
Terri Hendrix
De meeste liedjes op The Spiritual Kind zijn geschreven door Terri Hendrix zelf, een enkele samen met Lloyd Maines, die het album niet alleen produceerde, maar die ook gitaar, mandoline, dobro, dulcimer, banjo, pedal steel, papoose en harmonium speelt en die bovendien meezingt. Hendrix zelf speelt gitaar, mandoline, mondharmonica en ook weer die geheimzinnige papoose. Het meestgebruikte woord op dit album is, denk ik “soul”, en dat geeft wel een beetje aan in welke hoek je de onderwerpen van de liedjes moet zoeken. Toch is het geen echt hinderlijk zwevende plaat geworden, al is Hendrix een duidelijke (nou ja…) aanhanger van het ietsisme. Het maakt voor de muziek niet veel uit, want ze schrijft aanstekelijke liedjes die hier mooi gebracht worden, met stevige, ingenieuze arrangementen die alleen maar beter worden als je ze vaker hoort. Luister maar eens naar het titelnummer. Prima plaatje.
- Fayssoux – Early – Red Beet Records – RBR 007
- Laurie Jones – idem – Reversing Records
- Mae Robertson – Meet the Sun Halfway – Lyric Partners LYR4508-2
- Mary Alice Amidon – Keys To The Kingdom – Amidon Music AMMUS 13-02
- Terri Hendrix – The Spiritual Kind – Wilory Records WR30008