
hortusfestival 2016 - dag 1 rhapsody in blue bobby mitchell op erard piano

Bobby Mitchell achter de oude Franse Erard piano in de Hortus in Haren

Mitchell speelde niet alleen een pianobewerking van Gershwin’s Rhapsody in Blue, maar ook werk van onbekendere componisten als Gottschalk, Griffes, MacDowell, Lambert en Beach.

Een deel van de stukken werd van papier gespeeld, een deel ging uit het hoofd.

Mitchell speelde trefzeker, robuust, maar ook fijnzinnig en subtiel als het moest.

Een geconcentreerde pianist…
Amerika is het thema van het Hortus Festival 2016, en dat betekent dat de ontmoeting van jazz en klassiek, die in de fin de siècle de klassieke muziek toch al zo interessant en leuk maakte, nog iets nadrukkelijker onder de aandacht zal komen. Dat bleek al meteen in het openingsconcert dat Bobby Mitchell verzorgde, een Amerikaanse pianist die een deel van zijn opleiding in Europa volgde.
Mitchell begon met voor de pauze drie relatief onbekende componisten voor te stellen, die alledrie verschillende muzieksoorten met klassiek wisten te fuseren tot iets bijzonders. Louis Moreau Gottschalk kwam uit een Duits-Joodse familie, met een vader die in Londen werd geboren, een moeder die in New Orleans werd geboren, met Haïtiaanse roots. Gottschalk vermengde Latijns-Amerikaanse en Afro- Amerikaanse ritmes met Europese klassieke muziekvormen, en wordt zo een van de eerste echte Amerikaanse componisten. Bamboula, dat we hier horen, klinkt exotisch, wringt een beetje maar is een virtuoos mooi stuk.
Charles Tomlinson Griffes werd geboren in New York maar ging in Berlijn studeren. Je kunt in zijn Three Tone-Pictures de invloed van Franse impressionisten en Russen terughoren, maar toch klinkt hij wel degelijk als een Amerikaanse componist.
Edward MacDowell werd ook geboren in New York, en ook hij gaat in Europa muziek studeren, in Parijs, Stuttgart en Frankfurt. Later vestigt hij zich in Boston. In Sonate nr 4 “Keltic” kun je zijn keltische wortels terughoren, maar merkwaardig genoeg ook de bombastische Russen van die tijd, en die combinatie werkt verbazingwekkend goed.
Drie componisten die in drie totaal verschillende stijlen werkten, waarmee meteen een fraaie staalkaart werd getoond van Amerikaanse componisten van pakweg een eeuw geleden. Een mooie keus, een mooie balans.
Na de pauze kwamen er nog wat fraaie verrassingen. Een wals van Sidney Lambert, uit New Orleans, de bakermat van de jazz, maar ook van rhythm & blues. Lambert maakte carrière in Europa, in Portugal en Parijs, waar de meeste van zijn composities verschenen. Zijn “Transports joyeux” is een mooie salonwals die de sfeer van New Orleans uitwasemt.
Dan volgen er twee magnifieke stukken van Amy Beach – Two Pieces Opus 102 , waarvan vooral het tweede geweldig is, Dancing Leaves doet denken aan Thelonious Monk die de kamermuziek ontdekt heeft – je wordt als luisteraar steeds op het verkeerde been gezet, en de muziek blijft spannend tot de laatste noot. Subliem.
En dan de afsluiter – Rhapsody in Blue van George Gershwin, geschreven als “jazz voor een klassiek orkest”, maar door Gershwin zelf ook omgezet voor piano, zodat het door een pianist als solostuk gespeeld kan worden. Dat werd door Bobby Mitchell met verve en vuur gedaan – waarmee hij een razend enthousiast publiek achterliet. Een mooi arrangement, perfect gespeeld, met een verzengende energie. Magnifiek, en de perfecte opening voor een nieuw seizoen van het Hortus festival