
- hortusfestival 2013 - dag 2 kunst en vliegwerk - liedrecital met sopraan marieke steenhoek en pianist maarten van veen
Het Hortus Festival is feitelijk het festival van pianist Maarten van Veen, de artistiek leider van het festival die elk jaar weer fanatiek de archieven induikt om daar weer een groot aantal pareltjes op te duiken uit de fin-de siècle, de periode, zo’n eeuw geleden, dat Parijs het culturele en muzikale centrum van de wereld was. Dat is ook precies wat dit festival anders maakt dan andere festivals, want de passie en toewijding waarmee Maarten van Veen het programma elk jaar opnieuw samenstelt zorgt ervoor dat je elke keer weer op het puntje van je stoel zit.
Kunst en vliegwerk, het tweede programma van het Tiende Hortusfestival, had als thema “vliegen”, omdat van Veen in de archieven Arthur Monnier Harper vond, een luchtvaartpionier, componist, violist, beeldhouwer en toneelspeler die al op zijn zevenentwintigste overleed. Je zou denken dat de composities van deze man vooral curiosa zouden zijn, maar zijn lied Souffrances d’Hiver blijkt verrassend mooi, en zijn pianostukken zijn meer dan alleen maar aardig.
Vanwege het Nederland-Ruslandjaar horen we ook een paar Russische liederen, en het verrassende was dat sopraan Marieke Steenhoek juist in die Russische liederen volledig tot haar recht kwam. Het is helemaal niet zo vanzelfsprekend om in een liedrecital Russen, Fransen, Duitsers, Italianen, en nog wat nationaliteiten (Grieg, Ravel) door één zangeres te laten zingen, want een Russisch lied zing je echt anders dan een Frans of Italiaans lied. Steenhoek bleek verbazingwekkend goed om te kunnen schakelen en op alle fronten verbluffend goed te zingen.
De tweede verrassing, na de onbekende Harper, was Alphons Diepenbrock – het is altijd aardig als een van onze bijna vergeten Nederlandse componisten eens uitgevoerd wordt, en met twee liederen was dit een aangename kennismaking.
Er was ook ruimte voor humor, met Tschaikowsky’s kinderlied De Koekoek, en een prachtig lied van Rimsky-Korsakov.
Er was voor de pauze bovendien nog een buitengewoon mooie reeks liederen van Maurice Ravel, L’Histoires Naturelles uit 1906, met de Pauw, de Krekel, de Zwaan, de IJsvogel en de Parelhoen, waarbij de pianist nu eens geen bescheiden ondersteunende rol kreeg toebedeeld, maar juist een belangrijke kleurende rol. Pianist en zangeres waren hier duidelijk gelijkwaardig, wat het meteen een stuk spannender maakte dan het reguliere klassieke lied, wat mij betreft. Sprankelende, prachtige liederen, verrassend en bruisend.
Na de pauze meer Harper, en een vocaal hoogstandje in Le rossignol et la rose van Camille Saint-Saëns, waarin de sopraan woordenloos de rol van de nachtegaal op zich neemt in een adembenemend stukje virtuoze vocale acrobatiek dat door Steenhoek briljant werd uitgevoerd.
Daarna volgde nog iets zwaarder werk van Rachmaninov, waarin Steenhoek wederom kon laten horen dat ze een voortreffelijke Russische liederenzangeres is, twee stukken van Richard Strauss en als afsluiter een aria uit Il Pagliacci van Leoncavallo, de perfecte uitsmijter.
Kortom: een zeer gevarieerd programma met een aantal zeer fraaie verrassingen, uitgevoerd door een meer dan voortreffelijke pianist en een zangeres die op vele fronten haar superieure virtuositeit kon tonen. Magnifiek!