
- hortus festival 2015 - 4 jetzt wage ich nichts mehr - het doelen ensemble, met michaela riener mezzosopraan
© Foto’s Rik Moors
De vierde aflevering van de twaalfde editie van het Hortusfestival begon zondag in een druilerige Hortus in Haren. Het grijze, miezerige weer was misschien niet dramatisch genoeg als achtergrond voor een middag in het teken van de (op papier) Romantische componisten als Liszt, Arnold Schonberg en Anton Webern, maar het vormde de perfecte atmosfeer voor een reeks performances met de moedeloze titel ‘Jetzt Wage Ich Nichts Mehr’.
Mezzosopraan Michaela Riener opende de middag met een allesbehalve moedeloze renditie van drie Sturm und Drang stukken gecomponeerd door Anton Webern en geschreven door Dehmel en Goethe. Ze werd begeleid door festivalpianist Maarten van Veen op een Erard; een mooie, emotionele combinatie.
Vervolgens richtte artistiek leider van het festival en virtuoos pianist Maarten van Veen zich op de protagonist van de dag – de gekwelde en vernieuwende fin de siècle componist Anton Schoenberg. Hij speelde en verhaalde over een reeks incomplete stukken die het gevolg waren van een ernstig ‘composers block’.
Vanaf dit moment tot het einde van de pauze vormde de uitvoeringen van Van Veen en Riener een verkapte Masterclass met als onderwerp het uiteindelijke gevolg van de schijnbare uitputting van Schoenbergs creativiteit; experimentele muziek die voortgezet werd door zijn pupil Webern. Brekend met de laat-romantische stijl experimenteerden deze leden van de Tweede Weense School met tertsloze muziek, een expressionistische stijl en abstracte neigingen.
Hoewel de composities van Webern zo experimenteel leken dat recensenten destijds met enige frustratie spraken over de complexiteit en onvatbaarheid van zijn werk, toonde Van Veen met een prachtige uitvoering aan dat Liszt al in 1881 de weg voorbereidde met zijn experimentele Nuages Gris.
Van Liszt en het fin de siècle springen we meer dan een eeuw vooruit in de tijd, naar het vorig jaar geschreven drieluik van Patrick van Deurzen met de titel What is Beautiful is Loved, and what is not is Unloved. Hoewel hij er zelf niet bij kon zijn, was de componist al vantevoren enthousiast over het optreden van vandaag; het stuk was nog niet eerder gespeeld op een Erard. Van Deurzen betast met zijn drieluik net als Schoenberg nieuw terrein. De drie bewegingen vormen een spannend geheel, waarbinnen duidelijk wordt dat de invloed van de Tweede Weense School een diepe echo heeft achtergelaten.
Na de pauze eindigen we waar we zijn begonnen – voor het begin van de 20ste eeuw, bij Schoenberg en Dehmel, met het laat-Romantische Verklarte Nacht. Het strijksextet bestond uit Lisa Jacobs en Janneke van Prooijen op viool, Liesbeth Steffens en Katya Woloshyn op altviool, en Charles Watt en Rebecca Smit op cello. Samen leveren ze een mooie en meeslepende uitvoering. Hoewel de zon niet doorbreekt in de Harense Hortus, eindigt het concert dan toch opgetogen en melodieus.
- Verslag en foto’s: Rik Moors