
the boston six - hortus ensemble - hortus festival, haren, 28 augustus 2016

Maarten van Veen, artistiek leider, samensteller van het programma en pianist, speelde om te beginnen stukken voor piano solo van Horatio Parker en Edward MacDowell.

Pianist Maarten van Veen en violiste Eva Stegeman speelden vervolgens Sonate voor viool en piano in a opus 34 van Amy Beach.

Eva Stegeman op viool

Fel als het moest, maar soms ook subtiel en ingetogen.

Het Hortus Ensemble speelde na de pauze het pianokwintet opus 38 van Arthur Foote.

Het Hortus Ensemble, van links naar rechts Maarten van Veen piano, Eva Stegeman viool, Josje ter Haar viool, Örsze Adam altviool en Job ter Haar cello.
Boston is het centrum van de regio New England in het noordoosten van de Verenigde Staten, en de zes componisten die we aanduiden als de Boston Six waren Amerikaanse componisten van de tweede en derde generatie, wat wil zeggen dat ze, anders dan de eerdere generaties, al conservatorium-opleidingen tot hun beschikking hadden en soms zelfs naar Europa afreisden voor hun muzikale opleiding. We praten nu over eind negentiende, begin twintigste eeuw. De basis van hun muziek was dus Europees, maar er werd inmiddels wel al echt Amerikaanse klassieke muziek gecomponeerd. Vier van die Boston Six stonden centraal in het slotconcert van dit buitengewoon geslaagde Amerikaanse Hortusfestivaljaar.
Maarten van Veen, die verantwoordelijk is voor het opduiken van de vele pareltjes uit de muzikale archieven, begon met twee stukken voor piano, het verrukkelijke, felle Conte Serieux uit Trois morceaux caracteristiques opus 49 van Horatio Parker en Presto con fuoco uit Etude in a opus 39 nr 12 “Hungarian” van Edward MacDowell. Twee voortreffelijke, soms bijna jazzy opwarmers.
Amy Beach was voor mij, ik heb het al eerder gezegd, de grote ontdekking van dit festival, en dat werd nog eens bevestigd met de Sonate voor viool en piano in a opus 34 – een stuk muziek dat nergens mee te vergelijken is, al zou je kunnen zeggen dat ze goed naar een aantal Europeanen heeft geluisterd als Mendelssohn, Brahms, Grieg en Ravel. Maar Beach is toch vooral Beach – uniek en op een bepaalde, moeilijk aan te wijzen manier zeer Amerikaans. Eva Stegeman was hier op viool ongekend goed op dreef, waardoor het stuk extra goed binnenkwam. Subliem.
Na de pauze mocht het complete Hortus Ensemble aantreden voor Arthur Foote’s Pianokwintet opus 38. Het schijnt dat het Foote enigszins aan zelfvertrouwen ontbrak, maar deze compositie is een van de vergeten meesterwerken van de klassieke muziek, wat mij betreft. Foote was bang dat hij niet in de voetsporen van zijn grote voorgangers als Beethoven, Schumann of Brahms kon treden, maar hij heeft zo’n volstrekt eigen geluid, en deze compositie is zo origineel en ook weer Amerikaans dat hij geen vergelijking nodig heeft – hij kan volledig op zichzelf staan en verdient het veel vaker uitgevoerd te worden.
Beach en Foote waren twee prachtige afsluiters voor dit magnifieke Amerikaanse jaar van het Hortus Festival, een festival dat elk jaar weer met dit soort verrassingen komt. Mooi dat de muziek van de fin-de-siècle, een periode waarin zoveel veranderde in alle culturele gebieden, maar zeker ook in de muziek, elk jaar weer even extra in de belangstelling staat dankzij dit schitterende festival. Graag tot volgend jaar!