Mafalda Arnauth zingt nu zo’n jaar of zeven, en op haar laatste cd Diarió lijkt ze voor een deel terug te keren naar de wortels van de fado, hoewel we in het vierde nummer horen hoe ze met trompetbegeleiding zingt, wat voor een fadozangeres toch vrij ongebruikelijk is. Maar het past, net zoals de traditionele fado ook perfect bij haar lijkt te passen. Ze durft het ook aan nummers van de moeder van de fado, Amalia Rodrigues, te zingen en weet daarmee zowaar indruk te maken.

Bij de covers vinden we wat Braziliaanse nummers, maar ook een in het Frans gezongen prachtige versie van Charles Aznavours “La Bohème”. En naast gitaren en de portugese gitaar horen we soms ook piano en accordeon. Bij alles kun je echter horen dat de fado het uitgangspunt is, de basis van vertrek, al weet Arnauth steeds haar eigen geluid te creëren. Ze schreef zelf ook een aantal zeer persoonlijke nummers die naast de covers uitstekend klinken.

De cd is verpakt in een prachtig boekje, waarin je de teksten in verschillende talen vindt, waaronder het Nederlands. Op 14 januari treedt ze op in het Paleis van Schone Kunsten in Brussel tijdens het Bo Zar Festival, en op 5 maart 2008 kun je haar zien optreden in het Concertgebouw in Amsterdam.