Kathy Mattea was in de jaren tachtig, negentig en ook daarna nog een hele grote dame in de Amerikaanse countrymuziek, met maar liefst zestien toptien-nummers, meestal in een soort middle-of-the-road-country-stijl. De meeste artiesten zouden gewoon op safe spelen en op het succesvolle pad doorgaan, maar Mattea ontmoette de Schotse singer/songwriter Dougie MacLean en ging daarna kalere muziek maken, terug naar haar eigen wortels, de muziek van de Appalachen, de bluegrass.

Op Calling me Home gaat ze daarin nog een stap verder dan op eerdere platen, want dit is een vrijwel geheel akoestische plaat geworden, met een stringband met veel mandoline en gitaar en bijvoorbeeld Tim en Mollie O’Brien als achtergrondzangers. Dat komt van pas als je ook acapella durft te zingen. De liedjes gaan allemaal over haar thuisland, het westen van Virginia, en het heimwee klinkt er dan ook mooi in door. Ze zegt er zelf over dat ze deze liedjes tien jaar geleden nog niet had kunnen zingen, dat haar stem er toen nog niet rijp genoeg voor was, en als je haar hoort geloof je dat ook meteen. Een bijzonder mooie plaat, die getuigt van lef, en vooral ook van liefde voor de muziek waar Mattea echt van houdt. En dat kun je horen, dat klinkt in alles door. Mooi.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.