Het openingsconcert van het Michael Nymanfestival plaatste Nyman meteen mooi in de muziekgeschiedenis, met een aantal werken uit de zeventiende eeuw van von Biber, Pachelbel en Purcell, werk van tijdgenoten als Brian Eno en Louis Andriessen en een werk dat speciaal voor deze avond gecomponeerd was door Arnold Veeman. The Northern Consort en het Ives Ensemble wisselden elkaar daarbij af. Het mooie was dat de enige Nymancompositie die gespeeld werd, “In Re Don Giovanni” voor strijkkwartet uit 1991, er uitsprong als een superieur meesterwerkje.

The Northern Consort liet met name goed horen dat Nyman zijn inspiratie voor een deel uit de Barok haalde. Purcell en Biber zijn mooie voorbeelden, die werden aangevuld met de Canon van Pachelbel, een kort maar geïnspireerd werk dat Pachelbels grootste hit werd. Jaren geleden kwam je de compositie overal tegen, in de meest uiteenlopende uitvoeringen. Het was een verademing het hier nog weer eens in de originele versie te horen, met daaropvolgend de verassende bewerking die Brian Eno maakte. Hij demonteerde de compositie en knipte hem op in modules die door musici bij elk optreden in een andere volgorde gespeeld kunnen worden. Het opmerkelijke is dat de oorsprong herkenbaar blijft, net als de sfeer van het stuk, maar dat het toch een geheel eigen, onverwachte lading krijgt.

Arnold Veeman componeerde in opdracht het stuk “Gaming On Eno” als bijdrage aan het Nymanfestival. Het stuk bestaat uit een aantal delen die zich langzaam van minimalistisch tot chaotisch ontwikkelen, steeds eindigend met een dramatisch gebaar van de concertmeester/violiste. Tegen het eind van het stuk wordt op Pete Townshend-achtige wijze de viool waarop ze tot dan toe heeft zitten spelen op de toneelvloer aan barrels geslagen. Helaas laat Veeman vooral horen dat minimalistisch opeenstapelen van flarden geluid niet automatisch leidt tot interessante muziek, en dat dramatische, humoristisch bedoelde visuele toevoegingen de muziek niet noodzakelijkerwijs versterken.

Hoketus van Louis Andriessen is een Battle of the Bands – twee zeskoppige orkesten staan tegenover elkaar opgesteld en spelen zeer ritmisch en hard, en net niet synchroon tegen elkaar in. Het merkwaardige is dat je in je hoofd probeert die twee bands toch met elkaar te laten werken. Als je je ogen dichtdoet overheerst de chaos, ga je kijken dan blijkt dat de twee orkesten steeds dichter naar elkaar toe kruipen, maar of dat werkelijk zo is, of dat je dat zelf doet blijft lang de vraag. Uiteindelijk wordt er toch wel degelijk een soort samenspel bereikt. Er wordt zo hard gespeeld dat elke band als één eiken houtblok klinkt – de sax, panfluit, piano’s, basgitaren en conga’s versmelten tot één blok geluid dat vooral uit ritme bestaat, en waarin de fijnere nerven nauwelijks te horen zijn. Een enerverend, spannend stuk, mooi om naar te kijken ook, en een mooie afsluiter van een gevarieerde, zeer geslaagde avond.

ives ensemble