Het is al weer een paar maanden geleden dat we The Necks zagen optreden in de marge van het Philip Glassfestival in Groningen. Het was een optreden dat zeer nieuwsgierig maakte naar hun cd’s, en onlangs vielen er maar liefst vijf in de brievenbus. Het beluisteren werd meteen een van de muzikale topervaringen van de laatste tijd.

The Necks beginnen hun improvisatiecomposities schuifelend en voorzichtig rondmompelend op hun instrumenten. We hebben het hier over een trio – een bassist, een drummer annex percussionist en een pianist die soms ook keyboards speelt. Na drie minuten zit je op het puntje van je stoel en daar blijf je met open mond zitten, het volle uur van de meeste van hun composities. Adembenemend mooi, en buitengewoon spannend.

The Necks doen wat denken aan de jazzrock van bands als Soft Machine, Weather Report en Medeski, Martin & Wood, en aan minimal music, maar ze zetten een fikse stap verder. Dat doen ze niet op een spectaculaire manier, daarvoor is hun muziek te bedachtzaam en te ontspannen. Maar juist het feit dat ze van die relaxte muziek maken die tegelijkertijd ongelofelijk spannend is maakt hun muziek zo bijzonder.

Op een subtiele manier wordt er een muzikaal tapijt geweven, een rustig stromende meanderende rivier in gang gezet, waarbij ritmeverschuivingen en patroonverschuivingen vrijwel ongemerkt plaatsvinden, maar wel zo dat je steeds zit te wachten op de omslagmomenten. Af en toe strooit de piano wat flonkerende melodiefragmenten uit, dan tikt de drummer zacht maar beslist door naar een hoger tempo, de bassist pakt de strijkstok erbij, en als luisteraar kun je alleen maar geboeid blijven luisteren. Fenomenaal.

Eigenlijk is het verbazingwekkend dat ze met deze muziek, waarin vrijwel niets gebeurt, zo de aandacht weten te pakken en vast te houden. Dat komt doordat ze met zijn drieën alles weten te doen met vrijwel niets. En dan is “bijna niets” ineens heel veel. En deze drie spelen niet alleen fantastisch samen, ze weten ook op een onnadrukkelijke maar onontkoombare manier een ongelofelijke, flexibele spanningsboog op te bouwen en vast te houden. Losjes en soepel, en tegelijk zeer to the point.

Dit is ook muziek die zich aan elke categorie onttrekt en die tegelijk overal bij hoort – het is zowel serieuze moderne klassieke muziek als improvisatiejazz als minimal music voor gevorderden. Maar feitelijk doet dat er niet toe – we horen hier vooral drie muzikanten die voor elke compositie alles uit de kast halen en die de luisteraar daarmee een enorme kick bezorgen. Dit is muziek die alles ontstijgt.

The Necks is een Australisch trio dat bestaat uit Chris Abrahams op piano, Hammond, Rhodes en keyboards, Tony Buck op drums, percussie en samples en Lloyd Swanton op akoestische en elektrische bas. En die vijf cd’s zijn voor mij pas het begin, want dit is echt een band waar ik werkelijk alles van wil horen. Ik kan me voorstellen dat er fans zijn die deze band achterna reizen om geen concert te missen, want ik heb zelf nu al het gevoel dat ik niks meer wil missen van deze band. Dankzij deze vijf albums verklaar ik me bij deze fan voor het leven.


  • The Necks – Townsville (2007) – ReR Necks 8
  • The Necks – Chemist (2006) – ReR Necks 7
  • The Necks – Drive By (2003) – ReR Necks 3
  • The Necks – Aether (2001) – ReR Necks 2
  • The Necks – Hanging Gardens (1999) – ReR Necks 1
  • The Necks website