
oane wierdsma
Interview met Oane Wierdsma door Jan Repko
EDE – Het dirigeren heb ik voornamelijk in de praktijk geleerd, want dat kan ook niet anders. Uiteraard wordt je op het conservatorium een bepaalde technische vaardigheid geleerd, maar dat is absoluut niet voldoende. Dirigeren is voornamelijk een vak dat gericht is op communiceren, je moet iets duidelijk maken aan andere mensen, zonder dat je daarbij in eerste instantie gebruik maakt van taal, maar van je gezicht, handen, lichaam om de koorleden duidelijk te maken wat je bedoelt.
Ik moet er voor zorgen dat een compositie die ik voor me heb liggen, bijvoorbeeld het Te Deum van Dvorzjak, wordt vertaald naar het koor toe. Hiervoor heb ik overwicht nodig maar vooral ook betrouwbaarheid, want de koorleden moeten het niet alleen leren zingen, maar ook leren begrijpen waar de muziek over gaat, wat het karakter is van die muziek. Het is mijn taak als dirigent om dit stuk zodanig te laten zingen dat de oorspronkelijke bedoeling van de componist heel duidelijk wordt en kristalhelder voor het publiek. Het koor en de dirigent moeten een medium zijn voor het publiek.
De componist moet als het ware tegen het publiek kunnen zeggen: “Kijk, dat is nu mijn muziek mensen, prachtig vind je niet?”
Als dat nu gelukt is dan heeft men zich iets laten gezeggen, dan is mijn opvatting over gezag geslaagd.
Ik versta dus absoluut niet onder gezag de problemen van orde. Orde houden is politieagentje spelen en dat wil ik niet doen op een koor. Het is nu eenmaal heel belangrijk dat er in een rustige en gecontroleerde manier gewerkt kan worden, zodat je al je vakmanschap die je bezit er in kunt stoppen. Geloof me, wanneer je inzet enthousiast is dan komt het orde houden volledig op de achtergrond. Het is toch veel te leuk om samen bezig te zijn met muziek?
Een sfeer in een koor moet goed zijn, dat is heel belangrijk en dat er af en toe of vaak gelachen kan worden staat buiten kijf. Wanneer er eens iets mis gaat dan moet de sfeer zo zijn dat niet meteen een schuldige vinger wordt geheven, maar dat ik kan zeggen: “mensen dat kan veel beter” want dan bereik je een positieve werksfeer. Een vruchtbare geest onder de koorleden geeft automatisch ook veel humor. Je kan als dirigent dan ook wel eens iets uithalen, zoals bij een groot koor waar ik ooit eens dirigent was.
Dit koor moest een kerstconcert voorbereiden maar men had nog geen repertoire maar wel een ensemble van vier koperblazers, twee trombones, twee trompetten en orgel. Een combinatie die niet zo vanzelfsprekend is en het is best lastig om daar muziek voor te vinden.
Buitenlands repertoire
Het koor wilde absoluut niet in de Nederlandse taal zingen en ook geen werken van Nederlandse componisten. Ze hadden daar iets tegen. De voorkeur ging uit naar Italiaanse muziek. Ik kreeg op een bepaald moment de opdracht om iets voor dit koor te zoeken. Ik was op dat moment enorm druk bezet en wanneer je bij een bibliotheek zo’n werkstuk moet gaan opzoeken dan kost dat dagen. Ik besloot het anders te doen. Ik nam zelf de pen ter hand en schreef 2 cantates, een Duitse en een Engelse, alle twee onder schuilnamen. De Duitse componist heette Otto Weisse en de Engelse Oliver Witcher.
Tegen het bestuur zei ik dat ik twee collega’s bereid had gevonden om iets voor het koor te schrijven, de een woonde in Duitsland en de ander in Engeland. Want, zo loog ik tegen het bestuur, dat gaat sneller dan het zoeken naar repertoire. Je moet er dus wel rekening mee houden dat je handgeschreven muziek krijgt. Dat was geen probleem. Ik overtuigde hen door te zeggen dat het prachtige muziek was en dat ik er volledig achter stond. Na een zestal repetities vond ieder lid van het koor het prachtig, zoiets moois hadden ze nog nooit gezongen. De muziek, die was typisch Engels en de Duitse cantate zeer gedegen en gründlich. Ik lachte in m’n vuistje. Pas op de generale repetitie heb ik ze verteld dat ik beide cantates had geschreven. Men keek zuur maar ze vonden het toch eigenlijk wel leuk.
Het concert zelf is een groot succes geworden en het publiek was zeer enthousiast
Mensen
Als je dirigeert dan ben je met mensen bezig, dus het is belangrijk dat je ook van mensen moet houden, je moet de tragiek kunnen zien, de humor, want als je niet in staat bent van mensen te houden dan begrijp je eigenlijk niet waar het in de muziek om gaat. Muziek is eigenlijk de taal die een componist schrijft omdat dit de taal is die hem, bij de geboorte reeds, dierbaarder is geworden dan de spreektaal. Het is een taal waarin emoties worden vastgelegd en het fijne is dat die emoties ook naar buiten kunnen komen als je met muziek bezig bent. Vooral de opera is een kunstwerk waar alle facetten van de emotionele wereld tot hun recht kunnen komen.
(bron: Edese Post 29 januari 1992)