Een vet B3-orgel en een Wurlitzer of de slide van Sonny Landreth zijn niet meteen de elementen die je op een country-album verwacht. Dit is dan ook geen doorsnee country album. Het hangt ergens tussen country, rock, bluegrass, blues en soul in, met Osborne’s prachtige stem die alles samentrekt. Osborne heeft een stem die je het beste zou kunnen omschrijven als “met een hint van hees”, waardoor ze een heel specifiek eigen karakter heeft. Ze zingt moeiteloos en soepel, en weet elk liedje naar haar hand te zetten. Daaronder zit een behoorlijk aantal zelfgeschreven nummers die laten horen dat ze, naast een voortreffelijke zangeres, een meer dan uitstekend songwriter is.

De enige plek waar ze echt op de rand balanceert is als de steelgitaar nadrukkelijk in beeld komt plus de mannelijke duozanger. Dan wordt het net iets te veel een Dolly Parton – Kenny Rogersachtig duet. Jammer, juist omdat ze op de rest van de cd een geheel eigen geluid weet te creëren, en door de ingehouden, ontspannen manier van zingen regelmatig onder de huid weet te kruipen. Gelukkig gaat het maar om twee nummers op deze verder uitstekende cd. De arrangementen zijn ook steeds erg mooi, met ongewone combinaties die erg goed werken. Zelfs de al genoemde rauwe slidegitaar van Sonny Landreth valt hier perfect op zijn plek, net als de sporadische banjo die in deze omgeving ineens heel anders klinkt als normaal. Een mooie plaat waar je zeker naar moet luisteren als je houdt van Emmylou Harris of Lucinda Williams.