Sommige mensen blijken verbaasd te zijn over het feit dat ik van zoveel verschillende soorten muziek hou. Daar ben ik dan weer verbaasd over, want goede muziek is gewoon goede muziek, en de categorie doet er niet zoveel toe. Het is te vergelijken met beeldende kunst – er zijn zeer veel stromingen, maar tegenwoordig kun je gelukkig alle stromingen ook serieus nemen, omdat er overal kwaliteit te vinden is. Toch is het nog steeds zo, dat mensen die gek zijn op figuratieve kunst, of verhalende kunst, meestal geen waardering kunnen opbrengen voor abstracte kunst, en mensen die van “moderne” kunst houden kijken vaak neer op figuratieve kunst. Voor mij staat alles open, ook op muziekgebied. Overal heb je prutsers en mensen die alleen maar technisch goed zijn, en overal lopen ook wat mensen rond die er echte kunst van kunnen maken. Dat geldt net zo voor muziek.

Figuratieve muziek
Muziek moet voor veel mensen wat te vertellen hebben. Daarom is het geruststellend als muziek een verhaal probeert te vertellen of beelden probeert op te roepen. In de klassieke muziek zijn daar genoeg voorbeelden van aan te wijzen – Dvorak die in zijn symfonie “De Nieuwe Wereld” een muzikaal portret van Amerika maakt, De Moldau die de loop van de rivier laat horen, De Vier Jaargetijden, enzovoorts. Je hebt er nieteens tekst bij nodig.
Singer/songwriters zijn in deze vergelijking de tekenaars of aquarellisten van de muziek. Ook zij proberen een verhaal te vertellen, en doen dat goed of minder goed.

Abstracte muziek
Minimal music zou je kunnen beschouwen als de Mondriaanstroming in de muziek, terwijl free jazz de Karel Appelkant op gaat. En dan zijn er natuurlijk allerlei variaties en tussenvormen. Geen waardeoordeel over de stroming hier, want het oordeel staat of valt met de uitvoering. Kunst of kitsch? Die vraag kun je je wel degelijk ook bij abstracte kunst stellen. Voor mij maakt Vasarely bijvoorbeeld pure kitsch, terwijl Mondriaan wel degelijk kunst maakte. In de jazz heb je veel vervelende toeteraars, maar ook geniale muzikanten die je diep weten te raken.

Entertainment
De lastigste gebieden zijn die waarin entertainment een grote rol gaat spelen. Ik word altijd behoorlijk wantrouwend als het entertainmentgehalte erg groot is – ik heb David Bowie altijd een vervelende charlatan gevonden die het zonder act nooit gered zou hebben. Datzelfde geldt voor Meat Loaf en een hele rits andere artiesten. Leuk om naar te kijken, vermoed ik, maar muzikaal volstrekt oninteressant.
Dansmuziek is ook zo’n grensgebied – de meeste dansmuziek kun je beschouwen als vakkundig gemaakte serieschilderijen, maar af en toe springt er wel eens iemand bovenuit die een meesterwerkje maakt (ik ken wel een paar fraaie tango-voorbeelden).

Samengevat kun je stellen dat er overal goede muziek te vinden is, en dat dat alles te maken heeft met personen. Sommige zangers kunnen een perfect nummer helemaal om zeep helpen, terwijl anderen zelfs het telefoonboek zo kunnen zingen dat het kunst wordt. Het is alleen jammer dat je op de radio en op televisie zo weinig echte goede muziek hoort, en zo veel leeg entertainment. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de meeste mensen die zeggen van muziek te houden vooral houden van geruststellend achtergrondgeluid, of een deuntje dat makkelijk is mee te zingen.