wilma paalman en de ziel van europa - een interview
Wilma Paalman zingt, speelt cello en accordeon en is een van de avontuurlijkste musici die Nederland rijk is. Ze heeft, met haar eigen band Laduraya en met het Paalman Cuypers Ensemble, een paar van de prachtigste cd’s van de laatste jaren gemaakt. Die albums zijn vrijwel onopgemerkt gebleven, want Paalman’s muziek is niet zo gemakkelijk in een hokje te plaatsen. Op het album La Duraya staan liedjes van weemoed en verlangen die joods aandoen en op het eerste gehoor een beetje aan klezmer doen denken. We horen daarnaast meeslepende Franse chansons, treurige Oosteuropees klinkende liederen, Kurt Weill-achtige Duitse liedjes en avantgardistische liedjes, allemaal perfect en buitengewoon spannend gearrangeerd. Alles is bovendien op een prachtige manier doordrenkt van treurigheid en melancholie. Paalman is niet alleen een virtuoos celliste en accordeoniste, ze zingt ook nog eens geweldig gemakkelijk en soepel, met een mooie warme, doorleefde stem.
Paalman zingt Theodorakis
De Mauthausenliederen van Kambanellis (tekst) en Theodorakis (muziek) zijn in Nederland bekend geworden in de uitvoering waarmee Liesbeth List in een ver verleden een reputatie als serieus zangeres vestigde. Ik was toen niet helemaal overtuigd en vond List wat te theatraal. Wilma Paalman lijkt met het Paalman Cuypers Ensemble op de cd ik vertel van mijn liefste, hoe mooi ze is wat naar de andere kant door te slaan – waar List wat al te dramatisch zingt, lijkt Paalman zo nadrukkelijk voor een kale benadering te kiezen dat het resultaat in eerste instantie wat vlak overkomt. Bij nadere beluistering zorgt juist die kale aanpak er voor dat de tekst des te harder aankomt. Want, voor de duidelijkheid, we hebben het hier over de Holocaust. Mauthausen was een van Hitler’s vernietigingskampen. De nieuwe vertaling van de tekst is directer, en nog confronterender. Uitvoering en arrangementen zijn voorbeeldig. Na de vier Mauthausenliederen volgt heel gepast een minuut stilte (om even bij te komen). Daarna staan er nog een aantal zigeunerliederen op de cd. Dat past perfect, niet alleen omdat ook zigeuners slachtoffers waren van de Holocaust, maar ook omdat deze liederen een intense treurigheid uitstralen die perfect aansluit op de stemming waarin je bent geraakt na het horen van de Mauthausenliederen. Aan de andere kant zit er ook energie en leven in deze muziek, waardoor het niet alleen maar een treurige cd is geworden. Bovendien zingt Paalman deze Romaliederen doorvoeld en warm. Alles bij elkaar is het een album geworden dat weliswaar gedrenkt is in melancholie, maar dat ook een sterk troostend en sterkend effect heeft. Heel bijzonder.
De Brechttraditie opgepept
Brecht en Weill maakten in de jaren dertig muziek die ergens tussen klassiek en volksmuziek in zat. Het is eigenlijk merkwaardig dat dit grensgebied later nooit echt uitgebreid is geëxploreerd. Wilma Paalman doet met haar band Laduraya op het album Lajadée een zeer geslaagde poging, en ze doet meer dan dat. Want de traditie van Brecht en Weill wordt niet alleen nieuw leven ingeblazen, Paalman voegt ook elementen uit de Oosteuropese muziek toe, en ook zigeunermuziek en klezmer krijgen hun organische plaats in haar muziek. Het resultaat is telkens weer verrassend en meeslepend. En hoewel de muziek van Paalman en consorten diep geworteld is in die bijzondere traditie doen ze ook dingen die volstrekt nieuw en eigen zijn. Je zou het avantgardistisch kunnen noemen, of gewoon avontuurlijk, feit blijft dat dit muziek is die niet alleen het hoofd, maar ook het hart aanspreekt. Meeslepend, gevoelig, doorleefd, warm, maar ook gelaagd en met diepgang. En je hoort dat de muzikanten elkaar goed kennen – er wordt zeer organisch met elkaar gespeeld, maar ook uitdagend en alert reagerend. Muziek die je als luisteraar ráákt. Tijd dus voor een gesprek met Wilma Paalman.
Zingen bij de cello
Paalman zegt dat de muziek die ze nu maakt misschien wel is ontstaan doordat ze een paar jaar geleden in haar eentje in Den Haag woonde, waar ze helemaal geen andere muzikanten kende. Daardoor ging ze in haar eentje op de cello spelend improviserend zingen. Blijkbaar boorde ze daardoor bij zichzelf een soort van universele muziekbron aan, want al snel kwamen allerlei mensen aanzetten met cassettebandjes van muziek van over de hele wereld. Na een aantal solo-optredens kwam ze Marcel Cuypers tegen, en dat was wederzijdse muzikale liefde op het eerste gezicht. Hij hoorde haar spelen, zij hoorde hem spelen, en de herkenning was er onmiddellijk. Paalman: “Ik dacht “Wow!, het bestaat dus, ik ben niet helemaal de enige die dit doet.” Cuypers introduceerde haar in de Haagse muziekscene, en vanaf toen ging ze steeds meer in bandjes spelen. Haar eigen ensemble bestaat nu uit Marcel van der Schot op accordeon en Patrick Votrian op trombone en tuba. Ze vertelt dat haar muziek al improviserend ontstaat, en dat ze bij de eerste optredens met die twee dacht “die hebben conservatorium gedaan, dus die hoef ik niks uit te leggen, die kunnen alles” – ze begon dan gewoon te spelen en de heren moesten haar maar volgen. Achteraf bleek dat dat weliswaar buitengewoon spannende muziek opleverde, maar dat ze wel met zijn tweeën peentjes hadden zitten zweten. Nu zijn ze als trio zo op elkaar ingespeeld, dat ze zelfs op de ademhaling van Wilma reageren. De setlist ligt tegenwoordig wat meer vast, maar de muziek wordt nog steeds op een flexibele, jazz-achtige manier aangepakt, met veel improvisatie, overigens zonder dat het in muzikantengepiel uitmondt.
Autodidact
Paalman speelt zelf ook accordeon: “Ik werkte als barkeeper, en er kwam een jongen binnen die een accordeon te koop had – ik zei spontaan “verkocht” en ben mezelf accordeon gaan leren. Marcel van der Schot is een echte virtuoos op dat instrument dus nu speel ik het veel minder – af en toe spelen we duetten met zijn tweeën, maar ik richt me nu meer op zingen en de cello. In Den Haag stapte ik ooit de muziekschool binnen en in een impuls vroeg ik aan de balie of ze ook celloles gaven. Later ging ik steeds meer op die cello improviseren en ermee zingen, en een tijd geleden kwam ik een fantastische oude cello tegen die precies bij mijn stemgeluid past. Ik had geen rooie cent op dat moment, maar ik moest hem hebben, en heb hem dan ook gekocht.” “Dat zingen bij de cello leverde liedjes op die in een soort van fantasietaal worden gezongen. La Duraya is bijvoorbeeld een niet-bestaand woord. Het grappige is nu, dat ik laatst met een Marokkaanse sufiezanger aan het spelen was, en die zei steeds: “Ik weet wat je hier zegt”, en dan zong hij zijn eigen partij die er qua emotie perfect bij paste. Dus weet ik blijkbaar wel een emotie over te brengen, zonder dat de woorden die ik zing een echte betekenis hebben.”
Projecten
“Dat is wel anders natuurlijk voor de Mauthausenliederen – dat zijn zulke hevige teksten, die heb ik echt binnenstebuiten gekeerd, voordat ik wist hoe ik ze precies moest zingen. Ik probeer ze zo kaal mogelijk te zingen omdat er al genoeg emotie in zit. Als je daar nog een schepje bovenop zou doen zou je de tekst geen recht doen. Eigenlijk zouden we nu, na voltooiing van die Mauthausen-cd, eerst tijd moeten uittrekken om die cd ook echt onder de aandacht te brengen, maar eerlijk gezegd ben ik nu alweer met een paar andere projecten bezig – ik ga iets doen met een paar verwante vrouwen onder de naam Passievrouwen, en ik ga iets doen met gedichten van asielzoekers.” Dat laatste past helemaal bij Paalman en haar multiculturele, alle grenzen overschrijdende muziek. Een beetje gekscherend zegt ze aan het eind van het gesprek “als ik ooit mijn memoires ga schrijven noem ik ze “De ziel van Europa gezongen”. Een perfecte titel, leek ons.
Wilma Paalman – La Duraya – Silvox sil 043
Wilma Paalman & Laduraya – Lajadée – Silvox sil 117 (dubbel-cd)
Paalman Cuypers Ensemble – ik vertel van mijn liefste, hoe mooi ze is – Silvox sil 125
- Wilma Paalman – La Duraya – Silvox Studio Sil 043
- Paalman en Cuypers
- Paalman en Laduraya