Zijn voorouders komen uit Nederland en zijn achternaam spreek je uit als Piaf (van Edith Piaf). Bruce Piephoff presenteerde met Clockwork zijn zeventiende cd. Ik ontdekte de man pas bij zijn vijftiende of daaromtrent, en dat betekent dat je heel wat fraaie liedjes gemist hebt.

Piephoff maakt liedjes in de traditie van John Prine, Townes van Zandt en Dylan. Liedjes die vaak over kleine dingen gaan – Sam the Can Man over een man die leeft van het verzamelen van blikjes, maar die hier mooi, met enige diepgang geportretteerd wordt. Shooting Pool with Townes van Zandt beschrijft heel eenvoudig de sfeer voor en na een optreden dat Piephoff op een avond gaf samen met van Zandt en David Olney. Piephoff weet in een paar zinnen perfect Townes van Zandt neer te zetten, en dat maakt het een intiem klein eerbetoon aan een van de grotere liedjesschrijvers.

Ik noemde van Zandt, Prine en Dylan hierboven bewust, want de kwaliteit van Piephoffs liedjes doet zeker niet voor die drie onder, al zal hij dat zelf waarschijnlijk bescheiden wegwuiven. Maar zijn liedjes zijn echt goed, om te beginnen vanwege de teksten (“this old world runs like clockwork, but it’s a coocoo clock”), maar ook door de prima arrangementen, hier met een akoestische band, waarbij ook af en toe een saxofoon klinkt, naast gitaren en een bas. Martha Bassett levert af en toe ook nog eens een fraaie tweede stem. En dan zijn er ook nog de tussendoortjes, de gesproken teksten met jazzy saxbegeleiding. Mooi.

Bruce Piephoff is vooral een aanrader als je van een goed liedje houdt. Maar wees gewaarschuwd – als je hier begint is de kans groot dat je die eerdere cd’s ook wil horen.