pokkeherrie
Op het gevaar af voor oude zak te worden aangezien wil ik het hier toch eens hebben over de ongehoorde pokkeherrie waar je tegenwoordig in de meeste concertzalen op vergast wordt. De grote zaal van de Oosterpoort is tegenwoordig zelfs berucht, niet alleen om de snoeiharde herrie, maar vooral ook vanwege de beroerde geluidskwaliteit. We waren bij het festival Take Root, waar je toch vooral de echte muziekliefhebber vindt, en zelfs hier kon je rustig spreken van de terreur van de herrie.
Het begint al bij de soundcheck, als je merkt dat de geluidstechnicus op zoek is naar de grens – wanneer overstuurt het geluid en gaat de zaak hinderlijk piepen? Daar gaat hij dan net een fractie onder zitten, terwijl hij daar juist zeer ruim onder zou moeten blijven. Niet alleen vanwege de herrie, maar simpelweg omdat de muziek dan vele malen beter klinkt.
Nu was het bij Take Root zo dat de herrie die Southside Johnny met zijn Asbury Jukes produceerde alleen fatsoenlijk kon worden gewaardeerd als je oordopjes inhad. Dan klinkt als een flauwe grap, tot je je realiseert dat een kwart van de muziekminnende bezoekers daadwerkelijk oordopjes in blijkt te hebben. Toen dat tot me doordrong was het ineens niet zo vreemd meer om met de vingers in de oren verder te luisteren, maar het is wel volkomen idioot dat je je tot zulke noodmaatregelen moet wenden.
Op dit moment zitten we naar mijn gevoel in een vicieuze cirkel – er worden steeds meer mensen sneller doof vanwege de idiote herrie die bij concerten geproduceerd wordt, waardoor de herrie steeds harder moet klinken om aan de doven tegemoet te komen. Ik vermoed ook dat de meeste geluidstechnici zelf inmiddels half doof zijn, wat zou pleiten voor iemand die met een metertje de zaal in gestuurd wordt om te kijken of de decibelgrens niet overschreden wordt.
Op dit moment is het zo erg dat de meeste pop- en rockconcerten eigenlijk alleen genietbaar zijn voor mensen die komen voor het entertainment (en niet voor de muziek) of voor de sfeer. De echte muziekliefhebber wijkt steeds meer uit naar kleine zaaltjes, waar liefhebbers gelukkig nog steeds weten waar het in muziek uiteindelijk om draait – de muziek moet eenvoudigweg zo goed mogelijk tot zijn recht komen. Punt.