Manu Louis is een Belgische musicus die een merkwaardig album heeft gemaakt, Kermesse Machine, dat wat lastig valt te omschrijven – ik noem het voor het gemak hier maar even “pop extraordinaire”, want het lijkt nog het meeste op vitale popmuziek, al zit er wat jazz doorgeroerd, veel stukjes en beetje wereldmuziek uit alle hoekjes van de wereld, elektronische muziek, met bliepjes en tikjes die het allemaal net weer even grappiger en leuker maken, en nog het een en ander.

Kermesse Machine is vooral een album met muziek waar je niet gemakkelijk bij stil kunt blijven zitten – het is aanstekelijke dansmuziek, met veel humor, en met arrangementen die buitengewoon mooi in elkaar steken, maar dat ontdek je pas goed als je dit album een aantal keren hebt gedraaid. In eerste instantie word je door de bedrieglijke eenvoud wellicht op het verkeerde been gezet. Kermesse Machine is in ieder geval een plaatje om een goed humeur van te krijgen.

Ik laat hier een paar fragmenten horen: uit het eerste nummer, het middelste, en het slot van het laatste nummer. Zo krijg je wel een beetje een idee, denk ik: