Er zijn sommige artiesten waar ik steeds opnieuw bij terugkeer, en die ik in de loop der jaren eigenlijk steeds meer ben gaan waarderen. Paul Simon is daar een heel goed voorbeeld van, met name ook omdat hij relatief gezien een vrij onnadrukkelijk aanwezige man is geweest in het muzikale landschap van de laatste halve eeuw. Akkoord, iedereen kent Simon & Garfunkel’s grote hits, iedereen kent Graceland, maar er is bijvoorbeeld veel meer waardering voor de liedjes en de teksten van Bob Dylan, terwijl ik vind dat Simon misschien wel beter is dan Dylan, als je naar het gehele oeuvre kijkt.

Kijk maar eens goed naar die opmerkelijke teksten van Paul Simon – dat begon al bij de eerste hit van Simon & Garfunkel: “Hello darkness my old friend…” dat was toch wel een tamelijk ongebruikelijke openingszin voor een gigantische wereldhit, maar zo begon wel Sounds of Silence, het nummer waarmee het duo doorbrak. En vanaf dat moment schreef Simon het ene geniale liedje na het andere. Hij was niet zo belerend en zo uitgesproken en brutaal als Dylan, maar vergis je niet, zijn liedjes bevatten wel heel vaak een dubbele laag.

Een mooi voorbeeld daarvan vind je op zijn schitterende nieuwe album Stranger to Stranger. Het nummer Wristband gaat op het eerste gehoor over Simon zelf die voor een concert even naar buiten stapt om een frisse neus te halen, de deur voelt dichtklikken, het gebouw om moet lopen en dan voor de portier staat die hem niet binnen laat, want hij heeft geen polsbandje, geen wristband. Maar Simon weet die wristband aan het eind van het liedje tot een symbool te maken van een onrechtvaardige wereld, waarin alle mensen die het slecht getroffen hebben of proberen een beter leven op te zoeken voor een gesloten deur komen te staan: “Sorry, geen polsbandje…”

Simon is bovendien altijd een grote verbinder geweest, iemand die open stond voor muziek van over de hele wereld, en vanaf El Condor Pasa eigenlijk de grote wereldfusie-musicus bij uitstek was, waarbij hij de muzikanten waar hij mee samenwerkte altijd de volledige credits gaf, en dat waren niet alleen de muzikanten uit Zuid Afrika die Graceland tot zo’n unieke plaat maakten, maar ook de Noord-Afrikaanse percussionisten die Rhythm of the Saints uniek maakten, de Braziliaanse musici, of de Puerto Ricanen die Songs from The Capeman zo geweldig maakten.

Ook op Stranger to Stranger werd weer samenwerking gezocht met musici van over de hele wereld – drummers uit Peru, blazers uit Afrika, een elektronikaman uit Italië (Clap! Clap!) en een gospelkwartet. Simon maakte bovendien gebruik van bijzondere muziekinstrumenten die ooit zijn gemaakt door Harry Partch,een excentrieke muziektheoreticus die beweerde dat er 43 tonen in een octaaf zitten in plaats van 12. Dat microtonale denken heeft Simon op dit album gebruikt, zegt hij. Hoe dan ook – het is opnieuw een meesterwerk, met negen schitterende liedjes en twee instrumentals die als altijd bij Simon magnifiek gearrangeerd zijn.

Om te zeggen dat dit een groeiplaatje is, is eigenlijk een understatement, want ik merk dat alle albums van Paul Simon na jaren nog steeds beter lijken te worden, zelfs de platen die ik toentertijd als minder geslaagd beschouwde – met name One Trick Pony en Hearts and Bones, blijken met terugwerkende kracht ook sublieme meesterwerkjes te zijn. Overigens heb ik nooit begrepen waarom Songs from the Capeman zo slecht ontvangen is en bekend staat als een minder Paul Simon-album; het is tot nu toe nog steeds mijn absolute favoriet. Een tip voor wie een achterstand wil inhalen: in het boxje The Complete Albums Collection vind je niet alleen alle albums van Paul Simon (behalve deze laatste Stranger to Stranger), maar ook nog eens bonustracks bij verreweg de meeste albums, en dan betaal je voor vijftien cd’s nog geen vijf tientjes.

Luister hier naar twee fragmenten van Stranger to Stranger: