Jonathan Spottiswoode is een Britse Amerikaan met een opmerkelijk donker gevoel voor humor en een mooie licht gruizige stem. Hij heeft een zevenkoppige band om zich heen staan die precies begrijpt wat hij wil met zijn licht weerbarstige liedjes, waardoor het steeds spannend en buitengewoon leuk blijft.

Spottiswoode deed bij mij vaag een belletje rinkelen, en ik bleek in 2006, dus twaalf jaar geleden, al een recensie te hebben geschreven over het duo-album dat hij maakte met gitarist Riley McMahon, die hier ook weer van de partij is, niet alleen als gitarist, zanger en percussionist, maar ook al producer. Ik laat je de recensie die ik toen schreef hier nog een keer lezen, want een deel gaat nog steeds op – Spottiswoode doet nog steeds denken aan een kruising tussen Tom Waits, Gavin Friday en Jackie Leven, terwijl zijn teksten ook elementen bevatten die je bij Randy Newman ook zou kunnen tegenkomen, of bij Leonard Cohen.

De arrangementen gaan van jazz, pop, rock tot gospel en blues, terwijl Spottiswoode op een merkwaardige manier ook New York met Engeland verbindt. Intelligente muziek, maar ook spannend en opwindend, en als ik dit album, dat ruim een uur duurt, een paar keer heb beluisterd vind ik het vooral jammer dat ik na die plaat uit 2006 Spottiswoode uit het oog ben verloren – er zal nodig een inhaalslag moeten worden gemaakt. Maar eerst wil ik dit juweel van een album even nadrukkelijk aanraden.

Luister hier naar een paar fragmenten: