Als ik heel eerlijk ben moet ik bekennen dat ik John Prine al een beetje had opgegeven. Ik dacht dat hij met The Missing Years uit 1991 en Lost Dogs and Mixed Blessings uit 1995 zijn definitieve meesterwerken had gemaakt. In de inmiddels verstreken tien jaar sinds dat laatste juweeltje heeft Prine nog wel het een en ander uitgebracht, maar zo goed als op die twee albums werd het eerlijk gezegd toch niet. Bovendien zat er bijna geen nieuw werk bij. Op In Spite Of Ourselves werden er vooral covers gespeeld, samen met wat zingende dames, en op Souvenirs speelde Prine een aantal van zijn oude nummers nog eens opnieuw. Toen we hoorden dat Prine keelkanker had en geopereerd moest worden was de hoop op een geniaal nieuw album bijna vervlogen.

Prine bleek zijn droge gevoel voor humor gelukkig niet verloren te hebben. Het verhaal gaat dat toen de opererende arts, die had gehoord dat hij zanger was, bezorgd tegen hem zei dat zijn stem wel eens minder zou kunnen worden, hij antwoordde: “Eh, dokter, dan neem ik aan dat u nog nooit een plaat van mij gehoord heeft?”

En dan nu het goede nieuws: Fair en Square is een pareltje. Onmiskenbaar vanaf de eerste tonen Prine in optima forma. Zijn stem is misschien iets gezakt en een beetje ruwer geworden, maar hij zingt nog steeds fantastisch, met de tong nog steeds in de wang. En de liedjes zijn ijzersterk, van melancholiek tot ontzettend grappig. En soms, zoals in Some Humans Ain’t Human is hij grappig en kritisch tegelijk. De arrangementen zijn voor het grootste deel akoestisch, al wordt er op momenten ook even stevig gerockt. Mindy Smith en Alison Krauss leveren allebei een adembenemend mooie tweede stem, en ook zij zorgen ervoor dat je bij dit album, dat bijna een uur duurt, van het ene pure genietmoment in het andere glijdt. En het is ook weer zo’n plaat die steeds beter lijkt te worden bij elke draaibeurt. De verrassing van het jaar en een absolute aanrader.