Andy Statman – On Air – T&M033

Klezmerjazz

Andy Statman was al een virtuoze vernieuwende mandolinespeler toen hij religieus werd en zich op de klezmerklarinet stortte. Binnen de kortste keren was hij ook op dat instrument een gezaghebbend vernieuwer. Tegenwoordig pakt hij de mandoline ook weer op en verwerkt hij alles wat hij goed vindt in zijn daardoor wat lastig te categoriseren muziek. On Air is een live concert dat werd opgenomen voor Radio Bremen, en we horen Statman in absolute topvorm, met een bassist en een drummer die goed aan hem gewaagd zijn. Het resultaat is een uur klezmerjazz in vier stukken waar je met open mond naar zit te luisteren. Statman kan werkelijk alles. Hij speelt zo prachtig melancholiek dat je op momenten tot tranen toe geroerd raakt, maar hij improviseert daarnaast zo avontuurlijk en grillig dat je steeds op het puntje van je stoel zit. De twee mandolinestukken in het midden spreken dan nog iets meer aan dan de klarinetstukken, maar overal hoor je muziek die zeer diep gaat en die zowel tot het hoofd als tot het hart spreekt, terwijl er ook nog momenten zijn dat je spontaan in de lach schiet omdat de improvisaties zo grappig zijn. Fenomenaal.

****


David Krakauer – Bubbemeises – LBLC 6677 

Klezmer on speed

De melancholieke klagerige klarinet is de belangrijkste factor in David Krakauer’s muziek. Verder wordt er gescratcht en hoor je onder veel meer wahwah-gitaren, straatgeluiden, fragmenten van de conference van een joodse komiek, een rapper, een akoestische gitaar, een accordeon, gekraak en gekras van oude langspeelplaten en een strakke, jazzy drummer. Luister eens naar Bus Number 9999, dat begint met straat- en busgeluiden, waarna de klagerige klarinet zijn intrede doet, samen met de strakke drummer, er wordt gerapt, je hoort een schot, de elektrische gitaar schiet alle kanten op, er schieten wat gesamplede teksten langs – kortom je hoort hysterische, freaked-out klezmer, maar wel samengehouden door die steeds weer opduikende klagerige klarinet. Krakauer geeft de klezmer met deze plaat een flinke opdonder en het genre klinkt energieker en vitaler dan we het ooit eerder hoorden. Een fantastische plaat.

****


Bryan Steel – Of Roots & Restlessness www.bryansteel.com 

Bryan Steel is een sombere jongen die het hoorbaar moeilijk heeft in het leven. Als nuchtere luisteraar ben je geneigd te denken dat hij daar absoluut geen reden toe heeft, want hij schrijft prima liedjes die hij op zijn debuutplaat niet alleen zelf zingt – hij bespeelt bovendien alle instrumenten, behalve de drums. En dan blijkt dat hij meer dan uitstekend overweg kan met gitaren, bas, keyboards, mandoline, banjo en mondharmonica. Bovendien heeft hij alles zo in elkaar geknutseld dat je de indruk krijgt dat hier gewoon een soepel op elkaar ingespeelde band zit te spelen. Geen enkele reden tot somberheid dus. Of zou het gewoon een act van Steel zijn, en is hij somber omdat het zo hoort? Zijn mismoedige zang doet dat wel vermoeden, eerlijk gezegd, maar uiteindelijk maakt het voor de kwaliteit niet echt uit – dit is gewoon een uitstekend plaatje van een zeer getalenteerde singer/songwriter met een rootsy aanpak. Dus als je heel goed tegen somberheid kunt is dit absoluut een aanrader. De cd eindigt na een minuut stilte overigens verrassend met een triest doedelzakwijsje, dat op de een of andere manier perfect aansluit op het kleine uur treurigheid dat eraan voorafgaat.


Cathie Ryan – The Farthest Wave – Shanachie 78062 

Cathie Ryan heeft soul. De Amerikaans-Ierse zangeres is diep geworteld in keltische muziek, klinkt onmiskenbaar Iers, maar is ook zeer van deze tijd. Het helpt wellicht dat mannen als John McCusker, John Doyle en Phil Cunningham stevig aanwezig zijn op dit album, maar de eer komt toch vooral aan Ryan toe. Ze zingt prachtig, en ze heeft een groot deel van de fraaie liedjes zelf geschreven. Het is weer eens zo’n plaat waarbij je de eerste keer denkt: “goed”, maar niet veel meer dan dat. De tweede keer wordt hij al wat beter, en de volgende keren kruipt het album je steeds meer onder de huid. Echte kwaliteit groeit nog steeds, en we hebben hier wel degelijk te maken met echte kwaliteit. Het album is een aaneenrijging van hoogtepuntjes, met een indrukwekkend duet met Sean Keane ergens halverwege. Eigenlijk is het een behoorlijk ingetogen en volwassen klinkende plaat, en misschien duurt het daardoor wat langer voor ze haar geheimen volledig prijsgeeft. Mooimooi.


Comas – idem – Music & Words MWCD4052 

Stevige Keltische muziek 

Comas is een internationale band, met de Ierse Aidan Burke op fiddle, de Bretonse Sylvain Barou op fluiten en uillean-pipes, de Belgische Philip Masure op gitaar en citer en de Amerikaanse Jackie Moran op bodhran en percussie. Vier toppers die hun sporen al ruim verdiend hebben in verschillende bands. Ze spelen traditionele Keltische/Ierse muziek, en eerlijk gezegd hoor je de verschillende nationaliteiten er niet echt in terug. Ze spelen wel bijzonder energiek en stevig, en het klinkt allemaal als een klok, met een mooi gedreven en vol geluid. Het merendeel van de nummers is instrumentaal waarbij iedereen wel een keer mag schitteren. Het enkele fraaie liedje vormt een welkome afwisseling. Een prima debuut, en een aanrader voor iedereen die van traditionele Ierse muziek houdt.

***


Delbert McClinton Cost Of Living / New West NW6079

Oerdegelijke rock ‘n’ soul

Delbert McClinton wordt met de jaren steeds maar beter. Puristen denken vaak dat de oude Rhythm ‘n’ Blues niet meer verbeterd kan worden, maar dan hebben ze nog niet goed naar Delbert geluisterd. De man maakt perfecte rhythm ‘n’ blues, compleet met de daarbij behorende rauwe rand, en voegt daar bovendien nog het een en ander aan toe, zoals een New Orleans second line beat, of pure rockriffs, terwijl hij net zo makkelijk naar een rokerige ballad overstapt. Luister eens naar Hammerhead Stew, waar alles samenkomt – ruige blazers, een rauwe zangpartij, een bloedmooie tweede dameszangpartij en een lekker voortdenderende band. Muziek om goed hard te draaien en dan helemaal uit je dak te gaan. Maar Delbert kan ook gewoon soepel swingen, een overtuigende countryrocker neerzetten of een verschroeiende tranentrekker zingen. Alle nummers zijn weer door McClinton zelf geschreven, meestal samen met anderen, en er zitten weer heel wat potentiële klassiekers tussen. Verder is er niet veel over te zeggen – het is “gewoon” weer een vreselijk goede McClinton en veel beter dan dit zul je ze niet snel vinden in de rock ‘n’ soulhoek.

****


Dyzack – Somewhere there’s a monkey laughing – Munich Records MRCD 263 – www.dyzack.nl

De Haagse Erik Hofland debuteerde als Dyzack zes jaar geleden met een vrij extreme plaat. Nu is er deze, met band, en hij klinkt zowaar iets minder extravagant. De band, bestaande uit bassist Arie van Duyvenvoorde op de dubbele bas en Detlef Tividor Villerius op drums, is zeer goed en weet ook ingewikkelde stukken uitstekend te laten klinken. Dyzack zelf speelt onconventioneel, maar verbijsterend spannend gitaar. De composities zijn ook prima in orde, de muziek heeft een kwaliteit die soms zelfs aan Beefheart doet denken. Maar dan. Als ik de stem van Dyzack hoor loop ik tegen mijn eigen irritaties en beperkingen op. Die mag je als recensent niet laten meewegen uiteraard, maar wat heeft die man een allemachtig irritante hese stem. Ook Beefheart zong met een verdraaide stem, maar bij hem vond ik dat altijd acceptabel. Bij Dyzack denk ik alleen: “Man, stel je niet aan!” En na vier nummers loop ik gillend weg, zo hevig irriteert de stem van deze man me. Maar dat is vast iets zeer persoonlijks, dus als je van fraaie, compacte, stevige en niet al te simpele muziek houdt moet je gewoon een keer naar Dyzack en zijn band gaan luisteren. Wellicht is jouw irritatiegraad wat minder hoog als het om hese stemmen gaat, en val je voor het totale pakket.


Kinski reissues

Van de Amerikaanse Westcoastband Kinski zijn twee albums heruitgegeven, aangevuld met de nodige outtakes en demo’s, alles zeer de moeite waard voor wie van ambient rock houdt. Het kabbelt spannend en soms hevig voort, af en toe net te heftig om als loungemuziek te worden ingezet, maar avontuurlijk genoeg voor de open-minded rockliefhebber. Be Gentle With The Warm Turtle (SAAH036, ***), Spacelaunch For Frenchie (SAAH035, ***)


Phil’s Spectre II – Another wall of soundalikes – Ace CDHD 1059 

Geïnspireerd door de grote meester

Op de eerste cd van door Phil Spector geïnspireerde nummers stond het mooiste niet-Spectormeesterwerkje dat we kennen – (You’re my) Soul and Inspiration van the Righteous Brothers, waar Bill Medley liet zien dat hij het produceren zeker zo goed kon als de meester zelf. Op deze tweede verzameling staan ook weer heel wat juweeltjes die duidelijk laten horen hoe groot de invloed van Spector was, maar die ook laten horen dat anderen er ook duidelijk hun eigen ding mee konden doen. Bij elkaar levert dat een verrassend goede en leuke collectie geluidsmuurpareltjes op. Er zit uiteraard ook wat ordinair kopieerwerk bij waarbij niet alleen dezelfde studio (Gold Star) met de beroemde galmkamer werd gebruikt, maar ook dezelfde technici (Larry Levine en Stan Ross), dezelfde muzikanten en zelfs dezelfde achtergrondzangeressen. Het meest verbazingwekkende nummer is wel Break down and cry van Kane & Abel, dat als een perfecte kloon van een Righteous Brothers/Spectornummer klinkt. Het verhaal gaat dat de Righteous Brothers het op de radio hoorden en op hun hoofd krabbend tegen elkaar zeiden: “Wat vreemd, ik kan me helemaal niet herinneren dat we dit hebben opgenomen.”
***


Qallunak – Disques Boghei Records OSBOGHEI01

Ook Canadese eskimo’s doen aan keelzingen. Dat zou in theorie een prachtige cd kunnen opleveren, maar dan moet er wel een integere producer mee aan de slag gaan, die gevoel heeft voor kwaliteit, en niet een soort van James Last die alles wat hij in handen krijgt weet te vervlakken en versaaien. En dat is helaas precies wat hier gebeurd is. Francois Couture is volgens het cd-boekje verantwoordelijk voor de composities op deze cd, en hij speelt bovendien alle instrumenten. In dit geval is dat, vrees ik, één grote dure synthesizer geweest die te pas en te onpas wordt ingezet. Er zijn wat flarden van keelzingen te horen, en ook wat gewone eskimozang en kinderzang, en daar is de producer mee gaan spelen door ze te herhalen en er drumritmes onder te knutselen en weids bedoelde synthesizerviolen. Het resultaat is derderangs filmmuziek voor een zeer slechte film. Het klinkt nergens ook maar een béétje interessant, en overal hoor je dat het om knip- en plakwerk gaat – je krijgt ook nergens het gevoel dat hier mensen samen muziek aan het maken zijn. Integendeel. Ook de zangfragmenten zijn slecht gekozen. Dat wordt het pijnlijkst duidelijk aan het eind van de cd als je in een hidden track wat onbewerkte, veel te korte afgevallen zangfragmenten hoort die wél de moeite waard zijn. Materiaal dat goud waard zou zijn in de handen van een echt goede producer met het juiste gevoel voor muziek. Jammer.


Robert Walter – Super Heavy Organ – Magnatude MT-2309-2

Innovatieve soul-jazz

Soms moet je ergens doorheen bijten als je een nieuwe cd in handen krijgt. Een nietszeggende naam bijvoorbeeld, of een domme titel en een stompzinnig hoesje kunnen er voor zorgen dat je volledig op het verkeerde  been wordt gezet. Maar bij Super Heavy Organ van Robert Walter hebben we zeker niet te maken met de gesuggereerde domme dikhoutjazz. Robert Walter is duidelijk hoorbaar verliefd op het vette, zware geluid van het hammondorgel, maar hij weet daar vervolgens ook verrassend sterk gebruik van te maken. Liefhebbers van Medeski, Martin & Wood moeten hier zeker naar luisteren, want Walter zet net zulke stevige en avontuurlijke  muziek neer als dat trio, begeleid door heerlijk los spelende drummers en soulvolle saxen. Dat levert een opwindend, gedreven album vol souljazz met een scheut blues op. Luister maar eens naar Criminals Have A Name For It, dat heel losjes en soepel gespeeld wordt, maar tegelijkertijd ook stevig en spannend, met bovendien naast dat heerlijke vette orgel een mooie pianopartij. Mooimooi.

****


String Cheese Incident – One Step Closer – InsideOut Music IOMCD 224

Psychedelische folkpop

String Cheese Incident is een echte jamband, al zitten ze meer in de softpophoek dan een band als Grateful Dead. Ze worden ook per album beter in het focussen op de liedjes in plaats van op het oeverloos jammen. One Step Closer is daardoor een fraai licht psychedelisch softpopjuweeltje geworden met bluesy en jazzy kantjes, dat nog het meest doet denken aan klassiekers uit het eind van de jaren zestig als Surf’s Up van de Beach Boys of Odyssey and Oracle van de Zombies. Inventieve arrangementen, lekker los semi-akoestisch gespeeld en mooi gezongen. Het is ook een echte hechte band die je hoort, waarbij ieder bandlid zijn inbreng heeft. Mooi ontspannen groeiplaatje.

****


The Bel Airs – Got Love – Hightone Records HCD8182

Vette energieke blues

The Bel Airs zijn, anders dan de naam zou doen vermoeden, geen doowopgroep uit de jaren vijftig, maar een bar-bluestrio van nu. Ze hebben in de ruim twintig jaar dat ze bestaan pas vier albums gemaakt, die steeds beter werden. Got Love is hun vierde, en ze hebben hun draai nu wel volledig gevonden. Dat betekent ook dat de covers een duidelijk eigen Bel Airs-gezicht krijgen. Stevig, lekker fel en doorleefd gezongen door de broers David en Dick Pruitt, met mooi pittig gitaarspel. Bluespuristen zullen er hun neus voor ophalen, want het trio houdt overduidelijk ook zeer van Rhythm ‘n’ Blues en soul. Het door Pruitt zelf geschreven Poor Man Rich Man kan zich meten met het beste van Sam & Dave of Delbert McClinton, mede dankzij de gastsax, en niet te vergeten Joe Terry op Hammond en piano. Blues met soul dus. Zeer uitstekend.

***½