Peter Siegel’s album The Show begint met een vaudeville-achtig instrumentaal nummer, met lekker rammelende banjo’s en mandolines, en gaat dan over in een paar liedjes die zich op geen enkele manier op een stijl laten vastpinnen. Ergens halverwege de cd zit zelfs een rapnummer, alsof Sieger wil zeggen: kijk, dit kan ik ook, als ik het wil. Dat nummer is overigens het enige fremdkörper op deze zeer gevarieerde cd, die bijna een conceptalbum is geworden. Van leuk tot  gevoelig tot ondeugend tot hilarisch en romantisch. Sieger komt overal mee weg omdat het allemaal met evenveel lef en energie gebracht wordt. Dat heeft te maken met de vaak scherpe humor waar je bijna vanzelf bij gaat zitten grijnzen, en de virtuositeit waarmee er muziek gemaakt wordt.

Bovendien is hij absoluut niet bang om aan zijn traditionele wortels behoorlijk wat vreemde zaken toe te voegen, zoals een heavy metal gitaar en een moog synthesizer, die allebei naadloos blijken te passen in het geluidstapijt dat opgetrokken wordt door mandolines, banjo’s, gitaren, bassen, bodhrans en fiddles. Spaced-out folk zou je het kunnen noemen, of, zoals hij het zelf noemt, Radical Space Age Vaudeville…
Peter Siegel is een typisch voorbeeld van de nieuwe folkbeweging die zijn wortels heeft liggen bij Woody Guthry en Pete Seeger, maar die daar iets geheel eigens en eigentijds aan toevoegt met een energie en plezier die behoorlijk aanstekelijk werken. In dat opzicht doet hij denken aan een groep als The Mammals, al heeft Siegel heel duidelijk zijn eigen geluid.
Hou deze jongen heel goed in de gaten, want het kon wel eens een hele grote worden.